De initiatiefnemer heeft het voornemen om het huidige kwelsysteem, dat is aangelegd met de inrichting van het natuurgebied de Perkpolder, aan te vullen door de kwelfilters aan te sluiten op een verzamelleiding om zo het verontreinigde grondwater via een gemaal te kunnen afvoeren naar de Westerschelde. De leiding zal tussen de bestaande sloot en kwelfilters komen te liggen. Het plangebied omvat (het onderzoeksplichtige) deel van dit tracé tussen de Kalverdijk en Mariadijk, ter hoogte van de nieuw aangelegde Westelijke dijk dat een deel van het achterland beschermd tegen het binnenstromende water van de Westerschelde. Het plangebied bestaat uit delen van percelen die kadastraal bekend staan onder Gemeente Hontenisse, Sectie L, Perceel 179, 849, 1063, 1359, 1360 en 1731, en beslaat een oppervlakte van circa 21.740 vierkante meter. In het kader van de hiertoe benodigde OPA omgevingsvergunning heeft Artefact! Advies en Onderzoek in Erfgoed een archeologisch bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek door middel van verkennende boringen uitgevoerd.Voor het bureauonderzoek werd een groot aantal bronnen bestudeerd, hetgeen heeft geleid tot een gespecificeerd verwachtingsmodel voor het plangebied. Dit model is vervolgens getoetst door het uitvoeren van een Inventariserend Veldonderzoek door middel van verkennende boringen. Tijdens de verkennende fase werden de landschappelijke vormeenheden bepaald met als doel kansarme zones uit te sluiten en kansrijke zones aan te duiden voor eventuele volgende vormen van onderzoek. Dit heeft geleid tot de volgende resultaten: - De bodemopbouw bestaat in grote lijnen uit afzettingen van het Laagpakket van Walcheren op Hollandveen op afzettingen van het Laagpakket van Wormer. De opeenvolging van verschillende niveaus is in feite enkel aangetroffen in het noordelijk deel van het plangebied (boring 1 t/m 6 en 8), terwijl in het zuiden vanaf ca. 3,00 meter -mv (2,03 – 2,25 meter -NAP) geen sediment meer werd opgeboord en hier dus alleen het Laagpakket van Walcheren is vastgesteld (boring 9 t/m 14).Daar het plangebied is gelegen op de overgang van hogere plaatgronden naar een geulrug, kunnen in deze zone diepreikende geulafzettingen worden verwacht, maar dit kon aldus niet worden getoetst. Slechts in boring 7 kan enigermate worden aangenomen dat oudere niveaus zijn geërodeerd.- Vanwege de grote diepteligging van het pleistocene dekzand en het Basisveen, indien aanwezig, konden beide niveaus niet worden getoetst met het bureauonderzoek en derhalve is de verwachting uit het bureauonderzoek overgenomen die laag tot geen is.- Er geldt een lage tot geen verwachting op het aantreffen van vindplaatsen in de bovenzijde van het Laagpakket van Wormer, daar deze bestaat uit slappe klei met rietresten. Het gebied was aldus destijds te nat om er zich op te kunnen vestigen. Tevens kon geen bodemontwikkeling of enig andere indicatie voor menselijke aanwezigheid worden herkend.- De top van het Hollandveen bleek niet meer intact te zijn door mariene erosie. Ook voor dit niveau geldt dus een lage verwachting.- Er werden enkele antropogene sporen en lagen aangetroffen in het Laagpakket van Walcheren die allemaal als archeologisch irrelevant konden worden geïnterpreteerd. Nergens werden aanwijzingen voor de aanwezigheid van vindplaatsen vastgesteld. Er geldt dus een lage verwachting op het voorkomen van vindplaatsen uit de Late Middeleeuwen en Nieuwe Tijd.