Noodonderzoek in 1999-2000 bracht sporen van een inheemse nederzetting uit de 2de eeuw na Chr. aan het licht. De resultaten uit het proefonderzoek (NWF99) en het daaropvolgende definitieve onderzoek (NKW99) worden in het kader van het uitwerken van oud onderzoek in dit rapport gepresenteerd.LandschapHet landschap in de Romeinse tijd kenmerkt zich als een deels verland getijdengebied. Langs een kreek behorend tot een van de hoofdarmen van dit systeem, is op de noordelijke oever de inheems-Romeinse nederzetting aan de Nikkelwerf tot stand gekomen. Akkers en bewoning bevonden zich op het hoogste deel, de oeverwal, en de weidegronden lagen in de komgronden. De ondergrond bestaat uit een gelaagde zandige klei.NederzettingHoewel er weinig van is opgegraven is wel duidelijk geworden dat de nederzetting er in verschillende fasen anders uitzag. Uit de vroegste periode is een akkercomplex aangetroffen. De tweede fase bestaat daarentegen uit een driebeukige huisplattegrond, welke weer wordt oversneden door een greppel. Ook werd een waterput aangetroffen. Onderzoeken ten zuiden van het aan de Nikkelwerf onderzochte areaal hebben eveneens verschillende sporen van bewoning opgeleverd. Het gaat daarbij om paalsporen, kuilen en greppels. Hoewel twee erfgreppels zijn onderscheiden, valt niets te zeggen over een onderverdeling in erven of kavels.Voedseleconomie / middelen van bestaanDe inheems-Romeinse bewoners aan de Nikkelwerf leidden een ruraal bestaan. Ze hielden zich bezig met akkerbouw en veeteelt. Ondermeer gerst werd verbouwd, en runderen en schapen/geiten werden gehouden. De enige aangetroffen structuur die iets zegt over de locatie van deze activiteiten is de akker op de oeverwal. De weidegronden mogen in de nabijgelegen komgronden worden verwacht.Materiële cultuurDe bewoners maakten gebruik van lokaal met de hand vervaardigd aardewerk. Dit materiaal wordt in de loop van de bewoning langzaam vervangen door Romeinse producten, zoals het gedraaide aardewerk uit het Rijn- en Maasland. Ook voor het kustgebied typisch aardewerk uit de buurt van het huidige Bergen op Zoom, het zogeheten Low Lands Ware, komt veelvuldig voor.Over de verspreiding van deze materialen is niet veel te zeggen. Duidelijk is dat de verhouding handgevormd-gedraaide waar in de loop der tijd verschuift, maar een verschil in materiële cultuur tussen afzonderlijke zones binnen de nederzetting is niet duidelijk geworden.BesluitHet bovenstaande maakt duidelijk dat rurale bewoning in de midden Romeinse tijd zich in het kleigebied concentreert op kreekruggen en oeverwallen. Daarbij lijkt sprake te zijn van een aaneenschakeling van nederzettingen. Ook de Nikkelwerf is zodoende verbonden met bewoningszones langs dezelfde getijdenkreek. Omdat in de directe omgeving van de vindplaats meerdere malen is gebleken dat de archeologische bodemopbouw nog intact is, geldt dan ook de verwachting dat zich in de nu nog lege gebieden inheems-Romeinse bewoningssporen bevinden. Op de onlangs gepubliceerde Archeologische Waarden- en Verwachtingenkaart Den Haag (AWVK) heeft het gebied langs de gekarteerde getijdengeul/kreek daarom, als zone waar archeologie wordt verwacht, een Waarde-Archeologie 2.