Inleiding Synthegra B.V. heeft in opdracht van XXXX een archeologisch bureauonderzoek in combinatie met een karterend booronderzoek uitgevoerd op een terrein aan de Schoterweg 2 te Rotstergaast. De aanleiding voor het onderzoek is de voorgenomen wijziging van het bestemmingsplan.

Op basis van het huidige bestemmingsplan, met daarin verwoord het gemeentelijk beleid, is in het kader van een bestemmingsplanprocedure voorafgaand aan de graafwerkzaamheden archeologisch onderzoek uitgevoerd.

Specifieke archeologische verwachting bureauonderzoek Het plangebied ligt op een ontgonnen veenvlakte waaronder een dunne laag dekzand op morene afzettingen aangetroffen zal worden. Gezien de ouderdom van de te verwachte afzettingen kunnen in het plangebied vindplaatsen aanwezig zijn vanaf het Laat-Paleolithicum tot en met het Neolithicum. Indien vindplaatsen aangetroffen worden zullen deze op de hoger gelegen delen van het landschap aangetroffen worden in zones waar nog intacte podzolprofielen aanwezig zijn. Aangezien het hoger gelegen deel van het landschap in de omgeving direct ten zuiden ligt geldt er een middelhoge verwachting Na deze periode zal het gebied door veen begroeid zijn geweest en niet geschikt voor bewoning. In de Late Middeleeuwen is het gebied ontgonnen en het veendek afgegraven. Gezien de kennis verworven door kaartmateriaal en de AHN is er in het plangebied een lage verwachting voor resten uit de Late Middeleeuwen tot en met de Nieuwe tijd.

Bodemgaafheid: Het iets dieper gelegen dekzandlandschap kan nog intact aanwezig zijn aangezien dit niet door de ontginningen aangetast zal zijn.

Archeologische interpretatie veldonderzoek Uit de hoogtekaart blijkt dat het plangebied ligt op de oostelijke rand van een grote ovaalvormige depressie ten westen van het plangebied. Het perceel ten oosten van het plangebied is afgegraven (bron: opdrachtgever, zie ook AHN-4). De hoogteverschillen zijn gering. Het maaiveld ligt tussen 0,5 en 0,2 m -NAP. Het opgehoogde en verharde deel ligt rond 0,2 m +NAP, 40 tot 80 cm hoger. De hogere zandkoppen op het terrein zijn afgetopt, waardoor hier AC profielen resteren. Hiermee zijn de meest kansrijke locaties voor het aantreffen van archeologische resten uit de steentijd, maar ook uit de middeleeuwen verstoord. Het is niet bekend in welke mate de bodems verstoord zijn en of nog grondsporen verwacht kunnen worden.