Bureauonderzoek en Inventariserend veldonderzoek - verkennende fase Veldhoekseweg 2 te Hengelo, gemeente Bronckhorst (GD) Bureauonderzoek en Inventariserend veldonderzoek - verkennende fase Veldhoekseweg 2 te Hengelo, gemeente Bronckhorst (GD)

DOI

Laagland Archeologie heeft in september een Bureauonderzoek en Inventariserend veldonderzoek - verkennende fase uitgevoerd aan de Veldhoekseweg 2 te Hengelo. Het onderzoek vond plaats in verband met de ruimtelijke procedure rondom Het onderzoek is uitgevoerd conform de protocollen SIKB KNA 4002 en 4003.Het bureauonderzoek had tot doel een archeologisch verwachtingsmodel op te stellen. Centraal staat daarbij de vraag of en zo ja welke archeologische resten (complextype, datering, diepteligging en gaafheid) in het plangebied kunnen worden verwacht. Hiertoe zijn landschappelijke, archeologische en historische bronnen geraadpleegd.Het plangebied ligt op de overgang van een dekzandrug naar een vlakte met verspoeld dekzand. Dit was een relatief lagergelegen gebied en was daarom waarschijnlijk relatief nat. Bodemkundig bevinden zich in het plangebied veldpodzolgronden. Dit waren relatief vochtige gronden. Deze dekzandvlakte was door de landschappelijke en bodemkundige omstandigheden niet geschikt als nederzettingslocatie. Voor het noordwestelijke deel van het plangebied geldt daarom een lage archeologische verwachting.Het zuidoostelijke deel van het plangebied ligt relatief gezien wat hoger op de dekzandwelving. Hoewel op deze locatie ook veldpodzolgronden voorkomen, is het waarschijnlijk dat dit gebied relatief droger was dan de lagergelegen vlakte. Hierdoor was deze locatie beter geschikt voor bewoning. Ten noorden van het plangebied bevinden zich echter hoger gelegen dekzandruggen, die beter geschikt zijn voor bewoning. Het is waarschijnlijk dat deze locaties eerder in gebruik zijn genomen. Ongeveer 150 m ten oosten ligt een na 1833 gegraven waterloop. Het gaat dus niet om een natuurlijke waterloop. Voor het zuidoostelijke deel van het plangebied geldt een middelhoge verwachting voor archeologische resten uit alle perioden.Het uitgevoerde verkennende booronderzoek heeft tot doel het verwachtingsmodel te toetsen en zo nodig aan te vullen. Hiertoe zijn verspreid over het toegankelijke deel van het plangebied verkennende boringen gezet. In dit stadium is verkennend booronderzoek de meest efficiënte onderzoekswijze om de archeologische potentie van het plangebied in kaart te brengen.Op basis van het uitgevoerde booronderzoek is de kans klein dat het plangebied archeologische sporen bevat, afgezien van jager-verzamelaars. Ook al is het geen doel om vindplaatsen op te sporen bij een verkennend booronderzoek, er zijn geen archeologische indicatoren aangetroffen binnen het plangebied. Wel is een voornamelijk onverstoorde bodemopbouw aangetroffen. De bodemopbouw is representatief voor een jonge ontginning (een dunne A-horizont met daaronder een deels verploegd profiel van podzolgronden). Op basis van de aanwezige bewaarde horizonten van podzolgronden was de natuurlijke bodemvruchtbaarheid vrij matig en waarschijnlijk weinig favoriet voor landbouwers. Vanwege de afwezigheid van natuurlijke waterlichamen (de Veengoot ten oosten van het plangebied is gegraven na 1833) is het echter te betwijfelen dat de omgeving van het plangebied favoriet was als plek voor kampementen van jager-verzamelaars.Om deze reden adviseren we geen vervolgonderzoek uit te voeren en het plangebied vrij te geven.De implementatie van dit advies is in handen van de gemeente Bronckhorst, hierin vertegenwoordigd door de archeologisch adviseur van de gemeente, mevrouw A. Lugtigheid.Mochten tijdens de werkzaamheden onverhoopt toch archeologische resten worden aangetroffen, of resten waarvan redelijkerwijze kan worden vermoed dat het om archeologische resten gaat, dan geldt op grond van de Erfgoedwet (art. 5.10) een meldingsplicht. Dit kan bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE, www.cultureelerfgoed).

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-zkj-nrn8
Metadata Access https://archaeology.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/dans-zkj-nrn8
Provenance
Creator J. Wijnen
Publisher DANS Data Station Archaeology
Contributor R.C.B. Steenbak; Laagland Archeologie
Publication Year 2024
Rights DANS Licence; info:eu-repo/semantics/restrictedAccess; https://doi.org/10.17026/fp39-0x58
OpenAccess false
Contact R.C.B. Steenbak (Provincie Noord-Brabant)
Representation
Resource Type Dataset
Format application/gml+xml; application/pdf; application/zip; text/xml
Size 2948; 3181382; 24176; 3289; 1190; 1343; 1815; 830; 1597; 3524; 10326; 5284; 1851; 1148; 1678; 1831; 2038; 2143; 2022; 1265; 1624; 2134; 1391; 1984492; 978; 1602; 177302; 1445; 977; 1280; 1604425; 907; 1208; 2963; 980; 38289; 3568; 2124; 2075; 1447; 1813; 1524; 2323; 310127; 43071; 1292; 301400; 310095
Version 1.0
Discipline Humanities