De aanleiding van het IVO is de voorgenomen uitbreiding van het cargoterrein van Groningen Airport Eelde. Omdat hierbij bodemverstoring zal plaatsvinden, is archeologisch bodemonderzoek noodzakelijk. Groningen Airport Eelde heeft Archaeological Research & Consultancy (ARC bv) opdracht gegeven om dit onderzoek uit te voeren. Het onderzoek is in twee delen uitgevoerd omdat een deel van het terrein in eerste instantie niet toegankelijk was. Het eerste deel van het onderzoek is uitgevoerd op dinsdag 14 april 2003 door mw. drs. M. Essink en dhr. M. Boltje. Het tweede deel van het onderzoek is uitgevoerd op donderdag 7 augustus 2003 door mw. drs. M. Essink en drs. J.Y. Huis in ’t Veld. Dit rapport heeft betrekking op de tweede fase van het onderzoek. De resultaten van de eerste fase van het onderzoek zijn te vinden in Essink (2003).Ter plaatse van boringen 22 en 23 is de bodem geheel verstoord. Hier is, net als op het eerder onderzochte deel van het luchthaventerrein, archeologisch vervolgonderzoek niet noodzakelijk. Er zijn echter enkele plaatsen die mogelijk wel archeologisch interessant zijn. Het gaat dan met name om de boringen 25, 28, 29 en 35 op het huidige terrein van de luchthaven en om de boringen 38, 39 en 43 op het weiland daar direct buiten. Hier is deels sprake van een intact esdek of een redelijk intact podzolprofiel waardoor eventuele aanwezige archeologische resten nog intact zijn. Met name de Drentse essen zijn rijk aan archeologica. De gebieden die archeologisch interessant zijn komen verspreid over het onderzoeksterrein voor. Bij toekomstige graafwerkzaamheden ten behoeve van de uitbreiding van het cargoterrein dient in overleg met de Provinciaal Archeoloog op deze plaatsen een archeologische begeleiding uitgevoerd te worden.
Date: 2003