Volgens het bureau-onderzoek door Econsultancy is niet te bepalen wat de (exacte) landschappelijke ligging is van het plangebied vanwege de ligging binnen de bebouwde kom. Wel is bekend dat Nijkerk binnen een gebied ligt waar vlakten van verspoelde dekzanden afgewisseld met dekzandruggen voorkomen. Op basis van het AHN lijkt het plangebied in de overgangszone te liggen naar waarschijnlijk een vlakte van verspoelde dekzanden. De kans op het voorkomen van archeologische resten uit het Laat-Paleolithicum t/m het Midden-Mesolithicum (periode Jagers-Verzamelaars) hoog geacht en van resten uit het Laat-Neolithicum t/m de Vroege-Middeleeuwen middelhoog geacht. Het plangebied behoort tevens tot de historische kern van Nijkerk, die vanaf de 13de eeuw is ontstaan (mogelijk al vanaf de 2de helft van de Late-Middeleeuwen bewoond). De kans op archeologische resten vanaf het einde van de Vroege-Middeleeuwen is daarmee zeer groot. Het beschikbare historische kaartmateriaal geeft aan dat in ieder geval de zuidwestelijke helft van het plangebied in het begin van de 19de eeuw al bebouwd was, maar het is zeer goed mogelijk dat er oudere bewoning van het plangebied heeft plaatsgevonden.Het plangebied behoort tot een AMK-terrein van archeologische waarde, de historische kern van Nijkerk. In de omgeving van de onderzoekslocatie zijn meerdere waarnemingen bekend uit de periode Late Middeleeuwen-Nieuwe Tijd.Het karterend inventariserend booronderzoek heeft aangetoond dat binnen het zuidwestelijke en centrale deel een tot 90 cm dik ophogingspakket voorkomt, dat waarschijnlijk al voor het begin van de 19de eeuw is opgebracht. Hieronder bevindt zich een begraven eerddek. Op de locatie is sprake van een begraven hoge enkeerdgrond. op het noordoostelijke deel van het plangebied bevindt het eerddek zich direct onder het cunetzand. Het onder het eerddek aanwezige oorspronkelijke moerdermateriaal betreft eolisch afgezet dekzand van de Formatie van Boxtel, Laagpakket van Wierden. Alleen in het uiterst noordoostelijk deel ligt hiertussen een laag beekafzettingen van de Formatie van Boxtel, Laagpakket van Singraven.In het inventariserend veldonderzoek zijn is een groot aantal archeologische vondsten aangetroffen, waarvan de gedetermineerde resten allen dateren uit de Nieuwe Tijd. Van enkele fragmenten aardewerk en een fragment van een pijpenkopje (pijpaarde) is duidelijk dat deze daterend uit de 17de en 18de eeuw. Op basis van de aangetroffen archeologische indicatoren en resten bestaat er een reele kans dat er sprake is van restanten van bewoning daterend vanaf de 17de eeuw. Door het aanwezige intacte eerddek onder het ophogingspakket blijft hiernaast ook de hoge trefkans op intacte archeologische sporen en/of resten bestaan.
Issued: 15 april 2010