Plangebied Kobus III te Aalten, gemeente Aalten.

DOI

In opdracht van CSO Adviesbureau heeft ADC ArcheoProjecten een bureauonderzoek uitgevoerd voor het plangebied Kobus III in Aalten (gemeente Aalten). In het plangebied zal op termijn woningbouw gerealiseerd worden. Het onderzoek was noodzakelijk om te bepalen of bij de voorgenomen activiteiten de kans bestaat dat archeologische resten in de ondergrond worden aangetast.Uit eerder uitgevoerd onderzoek in en rond het plangebied blijkt dat de kans op het voorkomen van resten zowel op de dekzandruggen als in de tussenliggende laagtes hoog is. Op dekzandruggen is er sprake van een relatief dik esdek. Archeologische resten kunnen hier uit alle perioden dateren en zullen goed geconserveerd zijn. In elk geval moet in het noordelijk deel van het plangebied rekening worden gehouden met resten van het laat-middeleeuwse erf Hasselt. In de laagtes kunnen eveneens resten verwacht worden. Deze zullen met name uit de Late- Middeleeuwen en de Nieuwe tijd dateren, omdat toen de bewoning en landbouw minder gebonden was aan de hogere delen in het landschap. Oudere resten zijn evenwel niet uit te sluiten. De kans dat deze in-situ zijn is gering, omdat hier het esdek relatief dun zal zijn. Ter plaatse van de Nijverheidsweg moet als gevolg van bouwactiviteiten en de aanleg van infrastructuur rekening worden gehouden met een sterke verstoring van het bodemprofiel.Hoewel de exacte invulling van de bouwplannen op dit moment niet bekend is, lijkt het aannemelijk dat tijdens grondverzet de onderliggende veldpodzol en/of de top van de C-horizont (onverstoorde moedermateriaal), zeker op die locaties waar het esdek relatief dun is, aangesneden zal worden. Het advies is om een inventariserend veldonderzoek uit te voeren door middel van een verkennend booronderzoek, teneinde inzicht te krijgen in de vormeenheden van het landschap, voor zover deze van invloed zijn op de locatiekeuze in het verleden en met als doel kansarme zones uit te sluiten en kansrijke zones te selecteren voor de volgende fasen. Hiertoe dienen er 36 boringen uitgevoerd te worden, wat overeenkomt met een dichtheid van circa zes per hectare. Deboringen zullen worden verricht in twee parallelle raaien loodrecht op de dekzandruggen, met een onderlinge afstand tussen de boringen van 25 m. De resterende boringen zullen worden verspreid over het noordwestelijk en oostelijk deel van het plangebied met het doel een zo compleet mogelijk beeld van het terrein te verkrijgen. Er zal geboord worden met een Edelmanboor met een diameter van 7 cm tot minimaal 25 cm in de C-horizont (onverstoorde moedermateriaal). Van de 36 boringen zullen er vier dieper doorgezet worden, tot minimaal 2,00 m beneden maaiveld. Het doel hiervan is het vaststellen van eventuele bodemlagen in het dekzand, waar archeologische resten uit het Paleolithicum verwacht kunnen worden.De exacte invulling van de werkzaamheden dient te worden vastgelegd in een Plan van Aanpak (PvA).

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-z54-cx7f
Metadata Access https://archaeology.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/dans-z54-cx7f
Provenance
Creator R.M. van der Zee
Publisher DANS Data Station Archaeology
Contributor J.W. Beestman; ADC ArcheoProjecten
Publication Year 2020
Rights CC-BY-4.0; info:eu-repo/semantics/openAccess; http://creativecommons.org/licenses/by/4.0
OpenAccess true
Contact J.W. Beestman (ADC)
Representation
Resource Type Dataset
Format application/pdf; text/xml
Size 496765; 6632; 6395; 798; 3631
Version 1.0
Discipline Humanities