Op maandag 6 en dinsdag 7 april 2019 heeft Econsultancy in opdracht van Aannemersbedrijf Segeren een proefsleuvenonderzoek uitgevoerd in het plangebied De Lind 14 te Oisterwijk (zie figuur 1 en 2). In dit plangebied wordt nieuwbouw gerealiseerd waarbij de voormalige bouw, met uitzondering van de voorgevel en een deel van de zijgevels, wordt gesloopt tot aan het maaiveld.Doel van het proefsleuvenonderzoek is het aanvullen en toetsen van de gespecificeerde archeologische verwachting zoals vermeld in het bureau- en booronderzoek. Het gaat om gebied- of vindplaatsgericht onderzoek. Het proefsleuvenonderzoek gebeurt door middel van waarnemingen in het veld, waarbij (extra) informatie wordt verkregen over bekende en/of verwachte archeologische waarden binnen een onderzoeksgebied. Dit omvat de aan- of afwezigheid, de aard, de omvang, de datering, de gaafheid, de conservering en de inhoudelijke kwaliteit van de archeologische waarden.Het resultaat van een proefsleuvenonderzoek is een rapport met een waardering en een inhoudelijk (selectie-)advies (buiten normen van tijd en geld), aan de hand waarvan een beleidsbeslissing (een selectiebesluit) kan worden genomen. Dit betekent dat de veldactiviteiten uitgevoerd worden tot het niveau waarop deze beslissing gefundeerd genomen kan worden, dat wil zeggen dat de archeologische waarden van het terrein/vindplaats in voldoende mate zijn vastgesteld.Gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel De archeologisch verwachting is voor de periodes Paleolithicum tot en met Mesolithicum laag, voor de periodes Neolithicum tot en met de Nieuwe tijd hoog.Gevolgde onderzoeksmethode Tijdens het veldwerk is op kleine punten, na overleg met de adviseur van de bevoegde overheid, afgeweken van de methodiek zoals beschreven in het PvE. Het gaat hier voornamelijk om de locatie van de proefsleuf. Deze proefsleuf werd in het midden van de te onderzoeken bouwput aangelegd en had een oppervlakte van ca. 113 m2. De proefsleuf werd aangelegd tot op het maximale verstoringsniveau, wat overeen komt met 1 meter onder het maaiveld.Resultaten proefsleuvenonderzoek Tijdens het proefsleuvenonderzoek is één archeologisch spoor, een (Middeleeuwse) poer, aan het licht gekomen. De proefsleuf is niet dieper aangelegd dan de maximale verstoringsdiepte (-1 m), waardoor het lager gelegen archeologisch vlak niet bereikt werd. Verdere archeologische sporen werden dus niet aangetroffen.Selectieadvies Tijdens het veldwerk is niet verdiept tot het archeologisch niveau. De proefsleuf is immers aangelegd tot de maximale verstoringsdiepte op 1 m -mv. Het archeologisch niveau ligt dieper. Hiermee kunnen er geen uitspraken gedaan worden over de aanwezigheid van een archeologische vindplaats en de behoudenswaardigheid ervan. Econsultancy adviseert dan ook om de dubbelbestemming archeologie voor het hele plangebied te behouden. Eventueel aanwezige sporen worden behouden in situ. Aangezien er niet dieper gegraven gaat worden dan het aangelegde vlak adviseert Econsultancy om de bouwwerkzaamheden vrij te geven.Mochten tijdens de geplande werkzaamehden toch archeologische waarden worden aangetroffen, dan dient hiervan melding te worden gemaakt conform artikel 5.10 van de Erfgoedwet uit juli 2016. Melding van archeologische waarden kan plaatsvinden bij het Ministerie van OCW (Infodesk van de 9807.001 Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, telefoonnummer 033-4217456), de gemeente Oisterwijk of de provincie Noord-Brabant