Archeologisch bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek door middel van boringen op vijf ORAC-locaties in Wijk C, gemeente Utrecht

DOI

In opdracht van de gemeente Utrecht heeft Antea Group een archeologisch onderzoek uitgevoerd voor het plaatsen van ondergrondse restafvalcontainers (ORAC's) op vijf verschillende locaties in Wijk C te Utrecht. Het onderzoek heeft bestaan uit een bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek door middel van boringen in de verkennende fase. Het veldonderzoek is gecombineerd met het milieukundig onderzoek uitgevoerd. Hoewel de ingreep van het plaatsen van één ORAC zeer beperkt is (een container meet ondergronds 2x2 m) en voor de plaatsing geen archeologievergunning benodigd is, heeft de gemeente besloten toch archeologisch onderzoek ter plaatse van de toekomstige ORAC's te laten uitvoeren. Het gaat namelijk om meer dan de hier onderzochte vijf locaties in Wijk C, een deel van het centrumgebied dat archeologisch gezien interessant is. Vier van de nu onderzochte vijf locaties liggen op de archeologische waardenkaart van de gemeente Utrecht in een zone met hoge archeologische waarde. Alleen de locatie aan de Nieuwekade ligt in een smalle strook zonder verwachting, deze locatie is in overleg met de gemeente Utrecht wel meegenomen in het onderzoek.Op basis van het bureauonderzoek blijkt dat het plangebied een verwachting kent op het aantreffen van archeologische resten vanaf vooral de volle middeleeuwen, hoewel resten uit eerdere perioden niet uitgesloten kunnen worden. Het plangebied blijkt op historische kaarten dicht bebouwd te zijn geweest en er worden diverse ophogingslagen op de natuurlijke ondergrond verwacht. Uit het booronderzoek blijkt dat de natuurlijke bodem bestaat uit een kleiige laag op zandafzettingen. In drie boringen is onder het pakket klei neutraal grijs zand aangetroffen dat geïnterpreteerd kan worden als beddingzand. In boring 5 zijn venige laagjes in de kleiafzettingen aangetroffen en ook in andere boringen is de klei soms zwak humeus, waardoor dit pakket als geulafzettingen kan worden geïnterpreteerd. Wel zijn de kleilagen deels geroerd, mogelijk zelfs opgebracht (Jacobskerkhof). Op de (geroerde) kleilaag ligt een zandig pakket materiaal (soms met brokken klei) met veel resten van metselpuin, houtresten en enkele fragmenten aardewerk. Hierboven is een laag ophoogzand aanwezig. Alleen boring 3 wijkt sterk af, hier is een ophooglaag aangetroffen in verband met de kade. Op basis van het booronderzoek zijn geen vindplaatsen vastgesteld. De aangetroffen ophogingslagen bevatten weliswaar archeologische resten, maar gezien de stedelijke context en de grootschalige sloopactiviteiten in de wijk in de vorige eeuw is dit niet verwonderlijk. Door de grootschalige sloop worden in de puinlagen geen intacte archeologische resten meer verwacht. In hoeverre in de onderliggende afzettingen / lagen nog intacte archeologische resten aanwezig zijn is op basis van het booronderzoek niet aan te geven. Voor de plaatsing van de ORAC's worden op vijf plaatsen in Wijk C kleine gaten van 4 tot 12 m2 ontgraven. Het is de vraag of binnen een dergelijk klein oppervlak wél een intacte vindplaats kan worden aangetroffen. Een ontgraving met een dergelijk oppervlak kan wel inzicht geven in de bodemopbouw (profiel), maar dit is ook reeds in beeld gebracht met onderhavig booronderzoek. Wij adviseren dan ook om geen verder archeologisch onderzoek uit te voeren. Dit selectieadvies dient ter goedkeuring te worden voorgelegd aan de gemeentelijk archeoloog van de gemeente Utrecht (mevrouw A. Bakker, vertegenwoordigt door mevr. L. Bruning). De gemeente Utrecht gaat niet mee in het bovenstaande selectieadvies: Uit het onderzoek is gebleken dat op vier van de vijf locaties archeologisch relevante bodemlagen aanwezig zijn, te weten ophogingslagen en oever/geulafzettingen. Het negatieve selectieadvies is voor deze vier locaties uitsluitend gebaseerd op het feit dat de geplande bodemingrepen beperkt zijn. Uit diverse onderzoeken en waarnemingen in de binnenstad van Utrecht is echter herhaaldelijk gebleken dat juist ook bij dergelijke kleine ingrepen belangwekkende vondsten kunnen worden gedaan (Ook in andere gemeentes is dit het geval: in Amersfoort zijn bijv. bij archeologisch onderzoek voorafgaand aan de plaatsing van ORAC’s resten van een kademuur en insteekhaven uit de 15e eeuw aangetroffen). Wij zullen dus een archeologische begeleiding van deze vier locaties laten uitvoeren (uiteraard valt de locatie aan de Nieuwekade wel af).

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-zys-qcrm
Metadata Access https://archaeology.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/dans-zys-qcrm
Provenance
Creator M. Arkema
Publisher DANS Data Station Archaeology
Contributor M.H. Arkema; Antea Group
Publication Year 2016
Rights CC0 1.0; info:eu-repo/semantics/openAccess; http://creativecommons.org/publicdomain/zero/1.0
OpenAccess true
Contact M.H. Arkema (Gemeente Utrecht)
Representation
Resource Type Dataset
Format application/pdf; text/xml
Size 504765; 9519; 9260; 982; 5409
Version 1.0
Discipline Humanities