Laagland Archeologie heeft in september/oktober een Archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd aan de Ambachtstraat 38 te Brummen. Het onderzoek vond plaats in verband met de ruimtelijke procedure rondom de uitbouw van een bestaande supermarkt.
Het onderzoek is uitgevoerd conform de protocollen SIKB KNA 4002. Het bureauonderzoek had tot doel een archeologisch verwachtingsmodel op te stellen. Centraal staat daarbij de vraag of en zo ja welke archeologische resten (complextype, datering, diepteligging en gaafheid) in het plangebied kunnen worden verwacht. Hiertoe zijn landschappelijke, archeologische en historische bronnen geraadpleegd.
Het plangebied ligt in het Utrechts-Gelders zandgebied. Uit geraadpleegde paleogeografische kaarten blijkt dat het plangebied zich in een Pleistoceen dekzandgebied bevindt tussen twee rivierdalen. De belangrijkste is de IJssel en het IJsseldal, dat zich ten oosten van het plangebied bevindt. Op de geomorfologische kaart en de bodemkundige kaart is het plangebied niet gekarteerd. Op basis van de geraadpleegde bronnen kan worden aangenomen dat het plangebied op een grote dekzandopduiking ligt. Bodemkundig is een veldpodzolbodem te verwachten.
Op basis van milieukundige boringen is aannemelijk dat de bodem in het plangebied tot circa 1 m is verstoord (opgebracht zand). Lagen die geïnterpreteerd kunnen worden als plaggendek of stuifzandlaag zijn niet beschreven. Onder het verstoorde pakket is in twee boringen een dik pakket zandige klei (tenminste 1 m dik) aanwezig. In één boring is sprake van een gelaagdheid waarbij zandige klei en grof zand elkaar afwisselen. Qua lithogenese gaat het in de boringen waarschijnlijk om een Laat-Pleistoceen rivierterras of fluvioperiglaciale geul. De geplande bodemverstoringen bestaan uit een betonconstructie op palen. De palen worden tot in de natuurlijke ondergrond aangebracht, maar de betonconstructie komt binnen het opgebrachte zandpakket te liggen.
In de omgeving van het plangebied zijn archeologische resten uit de IJzertijd – Nieuwe Tijd bekend. In historische tijden (vanaf circa 1832) werd het terrein omschreven als weiland. Het plangebied bleef onbebouwd tot 1935. Dan verschijnt bebouwing in het meest zuidelijke puntje van het plangebied. Rond 1962 verschijnt ook bebouwing in de rest van het plangebied en in 1965 wordt een weg aangelegd tegen de westzijde van het plangebied. De huidige bebouwing is in 1994 gebouwd.
Op basis van het bureauonderzoek geldt een lage verwachting op archeologische resten. Nader onderzoek wordt niet noodzakelijk geacht.
Dit advies is in handen van de bevoegde overheid, de gemeente Brummen. De gemeente wordt hierin vertegenwoordigd door haar deskundige, H.G. Pape-Luijten, regioarcheoloog Stedendriehoek
Mochten tijdens de werkzaamheden onverhoopt toch archeologische resten worden aangetroffen, of resten waarvan redelijkerwijze kan worden vermoed dat het om archeologische resten gaat, dan geldt op grond van de Erfgoedwet (art. 5.10) een meldingsplicht. Dit kan bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE, www.cultureelerfgoed).