RAAP heeft in de periode juni-juli 2020 een archeologisch vooronderzoek in de vorm van een bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek (verkennend booronderzoek) uitgevoerd voor het plangebied Wilhelminakade 94 te Waddinxveen in de gemeente Waddinxveen.Het plangebied kenmerkt zich door zijn ligging aan de Gouwe, die pas rond de middeleeuwen in dit gebied actief werd. Vanaf circa 1000 na Chr. wordt de Gouwe namelijk actief ter hoogte van het plangebied en de oevers vormen vanaf dan erg geschikte plaatsen voor bewoning. Voor archeologische waarden vanaf de late middeleeuwen gold daarom een hoge archeologische verwachting. Op basis van het historisch kaartmateriaal blijkt dat er in de nieuwe tijd vanaf circa 1811-1830 bewoning in het plangebied heeft plaatsgevonden, zodat ook voor deze periode een hoge archeologische verwachting geldt op basis van het bureauonderzoek.Tijdens het veldonderzoek is een donkere laag aangetroffen, op een pakket ophogingslagen. In deze laag werd een scherf roodbakkend geglazuurd aardwerk aangetroffen: een indicator voor vindplaatsen uit de periode late middeleeuwen. Vandaar dat de hoge archeologische verwachting voor de late middeleeuwen kan worden gehandhaafd.Op basis van het historisch kaartmateriaal bleek op basis van het bureauonderzoek dat er in de nieuwe tijd vanaf circa 1811-1830 bewoning in het plangebied heeft plaatsgevonden. De donkere laag, de ophogingslagen en de gestuite boringen (waarvan één op een mogelijke muur) , die in het plangebied zijn aangetroffen, zouden mogelijk de resten kunnen zijn van de verwachte resten van bebouwing uit de nieuwe tijd. Vandaar dat ook deze hoge archeologische verwachting kan worden gehandhaafd. Op basis van de resultaten van het onderzoek blijkt dat in het plangebied (mogelijk) archeologische resten bedreigd worden door de voorgenomen bodemingrepen.