In opdracht van gemeente Wijchen heeft RAAP Archeologisch Adviesbureau in de maanden mei en juni van 2013 een archeologische opgraving uitgevoerd in verband met rioolwerkzaamheden in Batenburg. Het primaire doel van deze archeologische begeleiding was het veilig stellen van de wetenschappelijke informatie (behoud ex situ).De aanleiding voor het onderzoek was een archeologische begeleiding die in 2012 werd uitgevoerd bij de opsporing van kabels en leidingen in het gebied. Bij die begeleiding zijn veel vondsten verzameld en werd op een diepte van 1,25 m -Mv een veldkeienbestrating gevonden. Ten aanzien hiervan is geconcludeerd dat waarnemingen bij de aanleg van het nieuwe riool meer informatie licht kan werpen op de vroegste ontstaansgeschiedenis van Batenburg. Hoewel de waarnemingscondities beperkt waren, heeft de archeologische begeleiding veel nieuwe gegevens opgeleverd. Met name over de bewoningsgeschiedenis en de wegen in dit deel van Batenburg is meer bekend geworden. De oudste vondsten in dit deel van Batenburg dateren uit de Volle Middeleeuwen, meer specifiek uit de periode 1150-1250. De Batenburgers hebben reden gehad om dit deel van het stadje op te hogen, aangezien er een ophogingspakket van een meer dan 1 m is aangetroffen. Het merendeel van het vondstmateriaal (hoofdzakelijk gebruiksaardewerk en bot, maar ook metaal, glas en leer) is echter afkomstig uit de onderliggende, door de Maas gevormde afzettingen. Op twee plaatsen is aan de basis van de ophoging een veldkeienbestrating gevonden en op één plaats restanten van een mogelijke knuppelweg.Met deze archeologische begeleiding is het onderzoek in het onderzoeksgebied en daarmee ook in het plangebied afgesloten. De resultaten wijzen erop dat buiten de aangelegde rioolsleuven met behoudenswaardige resten rekening gehouden moet worden. Daarom wordt aanbevolen archeologisch onderzoek uit te voeren indien ontwikkelingsplannen voor aangrenzende gebieden worden voorgenomen.