Binnen het project de Maaswerken wordt in Lomm in de gemeente Arcen en Velden een gebied van ca. 72 ha afgegraven ten behoeve van zandwinning en de aanleg van een natuurgebied met hoogwatergeul. Het afgraven van het gebied vindt plaats in fasen. Fase 1 is in 2006 van start gegaan. Het noordelijke deel van fase 1 is niet archeologisch onderzocht. In het zuiden van fase 1 is ca. 10 ha vrijwel vlakdekkend opgegraven. Voorafgaand aan de opgraving is het zanddek afgegraven tot ca. 20 cm boven het archeologisch niveau onder begeleiding van een archeoloog van RAAP. Vervolgens is veldwerk verricht door de ROB (nu RACM) en ADC ArcheoProjecten. Tijdens de opgravingen zijn de sporen gevonden van bewoning en gebruik van het gebied in diverse perioden. Uit de Midden- en Late Steentijd zijn vuurstenen artefacten gevonden, die waarschijnlijk ter plaatse zijn gemaakt en gebruikt. Een bijzondere vondst uit deze periode is de Flint Ovalbeil die bij de begeleiding is gevonden. Het is een compleet exemplaar, dat mogelijkals rituele depositie in natte context te interpreteren is, hoewel de precieze context door de vondstomstandigheden tijdens de begeleiding niet bekend zijn. Uit de Late Bronstijd dateert in ieder geval één spoor: een kuil met wat resten van graan en aardewerk. Tijdens de Vroege en begin Midden-IJzertijd is het gebied bewoond geweest: de sporen van vermoedelijk twee of drie erven zijn aangetroffen. Op een hoge zandige rug in het midden van het gebied liggen de sporen van een erf met een boerderij van het type St. Oedenrode met diverse spiekers of schuurtjes daarbij. Even ten zuiden hiervan ligt waarschijnlijk een tweede erf. Hierbij is geen grote boerderij gevonden, wel een kleiner gebouw, dat meer het formaat van een flinke schuur heeft. Ook liggen hier weer enkele spiekers in de buurt. Rond beide erven liggen vele kuilen, waarvan enkele met een (zeer) grote hoeveelheid nederzettingsafval zijn opgevuld.Ten noorden van de erven, in een van de ROBputten, zijn twee kuilen gevonden met een grote hoeveelheid sterk verbrand aardewerk. De grote vreemd gevormde brokken in deze kuilen doen vermoeden, dat het hier misschien pottenbakkersafval betreft. Een derde erf heeft misschien op de hoge zandige rug in het oosten van het gebied gelegen. Dit erf is herkenbaar aan een mogelijke spieker en enkele kuilen. Ook heeft hier misschien een nederzetting uit de Romeinse tijd gelegen. Enkele greppels met Romeins aardewerk kunnen de begrenzing van een nederzetting net ten oosten van het onderzochte gebied vormen. Verder zijn uit de Romeinse tijd een spieker, een waterput en waterkuil gevonden in het midden van het gebied. Hier is waarschijnlijk vee geweid en graan verbouwd. In het westen van het gebied is oo een Romeinse greppel gevonden. Een bijzondere vondst uit deze periode is een bronzen mes, dat bij de begeleiding is aangetroffen. Uit de overgangsperiode tussen de Laat-Romeinse tijd en de Vroege Middeleeuwen dateren enkele vondsten die doen vermoeden, dat er sprake is van bewoning in de directe omgeving, maar er zijn geen sporen uit deze periode gevonden. Uit de Vroege Middeleeuwen stammen enkele meilers, die op de flank van de overloopgeul zijn gevonden en een meilerkuil in het oostelijke deel van het gebied. Uit de Late Middeleeuwen en Nieuwe tijd zijn vooral greppels gevonden. Het land werd duidelijk steeds meer ingedeeld. Diverse van de gevonden greppels zijn terug te vinden op oude kaarten.