Periplus Archeomare BV heeft in samenwerking met ADC ArcheoProjecten een bureauonderzoek en een analyse van een geofysische dataset (inventariserend veldonderzoek) uitgevoerd voor een plangebied voor de kust bij Scheveningen. Het plangebied is onder te verdelen in drie delen: -De route voor de aan te leggen pijpleiding van toekomstig platform “Amstel” naar bestaand platform P15-C. -De route voor de aan te leggen pijpleiding van toekomstig platform “Amstel” naar toekomstige onderwater-installatie “Zaan”. -De aan te leggen control umbilical van toekomstig platform “Amstel” naar de kust bij Scheveningen. Op basis van de beschikbare aardwetenschappelijke gegevens kan verondersteld worden dat het plangebied in de prehistorie geschikt is geweest voor menselijke bewoning. Eventueel aanwezige bewoningsresten zullen echter verspoeld en geërodeerd zijn. Daarnaast moet worden opgemerkt dat de verstoringdiepte minder dan twee meter is. De kans op het verstoren van archeologische resten uit de prehistorie bij deze bodemingreep wordt dan ook erg klein geacht. Verder bestaat er in het traject Scheveningen naar toekomstig platform “Amstel” een kleine kans op het aantreffen van (verspoelde) restanten van een Romeins fort. In alle trajecten is een kans op de aanwezigheid van (historische) scheepswrakken of wrakresten in het plangebied. Eventueel aanwezige scheepsresten zullen matig tot slecht geconserveerd zijn. In najaar 2008 is een geofysisch en geotechnisch onderzoek uitgevoerd door Fugro. Deze is uitgevoerd als onderdeel van de standaard survey procedures nodig voor de aanleg van de pijpleidingen. In het plangebied zijn side scan sonar, multibeam echosounder, magnetometer en subbottom profiling data opgenomen. Ook zijn er monsters van de zeebodem genomen langs de gehele verstoringzone. De geïnterpreteerde en gerapporteerde data zijn door getoetst op de eventuele aanwezigheid van objecten met een archeologische verwachting. De resultaten hiervan zijn meegenomen in dit bureauonderzoek. Op basis van deze door Fugro geïnterpreteerde data en onze analyse kan worden geconcludeerd dat er geen objecten of fenomenen aanwezig zijn in het te verstoren gebied die mogelijk van archeologische waarde zijn.