Bureauonderzoek en Inventariserend veldonderzoek - verkennende fase Aelbert Cuypweg 4 te Groesbeek, gemeente Berg en Dal (GD) Bureauonderzoek en Inventariserend veldonderzoek - verkennende fase Aelbert Cuypweg 4 te Groesbeek, gemeente Berg en Dal (GD)

DOI

Laagland Archeologie heeft in juli-augustus 2024 een Bureauonderzoek en Inventariserend veldonderzoek - verkennende fase uitgevoerd aan de Aelbert Cuypweg 4 te Groesbeek. Het onderzoek vond plaats in verband met de ruimtelijke procedure rondom de geplande bouw van nieuwe woningen.Het onderzoek is uitgevoerd conform de protocollen SIKB KNA 4002 en 4003.Het bureauonderzoek had tot doel een archeologisch verwachtingsmodel op te stellen. Centraal staat daarbij de vraag of en zo ja welke archeologische resten (complextype, datering, diepteligging en gaafheid) in het plangebied kunnen worden verwacht. Hiertoe zijn landschappelijke, archeologische en historische bronnen geraadpleegd.Het plangebied is landschappelijk gelegen op een stuwwalglooiing en gelegen binnen de bebouwing van Groesbeek, in een zone die niet gekarteerd is bij de bodemkartering. Oorspronkelijk bestond het bodemtype uit bruine bosgronden (vorstvaaggronden of holtpodzolgronden), maar is er mogelijk een plaggendek van onbekende dikte opgebracht. In de omgeving van het plangebied zijn archeologische resten uit het Mesolithicum tot en met de Nieuwe Tijd bekend. Eveneens zijn in de omgeving resten uit de Tweede Wereldoorlog bekend. De archeologische verwachting voor de periode Paleolithicum tot Middeleeuwen is hoog. Uit het historisch kaartmateriaal blijkt dat het gebied aan het begin van de 19e eeuw uit bouwland bestond en de bebouwing op tenminste enige honderden meters afstand lag. Uit de Nieuwe tijd worden daarom geen archeologische waarden verwacht. Verder zijn er resten uit de Tweede Wereldoorlog bekend in de directe omgeving van het plangebied, Ook hiervoor is de archeologische verwachting hoog.Het uitgevoerde verkennende booronderzoek heeft tot doel het verwachtingsmodel te toetsen en zonodig aan te vullen. Hiertoe zijn verspreid over het toegankelijke deel van het plangebied verkennende boringen gezet. In dit stadium is verkennend booronderzoek de meest efficiënte onderzoekswijze om de archeologische potentie van het plangebied in kaart te brengen.Er is een overwegend intacte bodemopbouw aangetroffen bestaande uit een plaggendek met een afgedekte Bw-horizont van bruine bosgronden (holtpodzolgronden of vorstvaaggronden). Alleen in boring 1 en 5 is een AC-profiel aangetroffen. Verder zijn in de Bw-horizont en de C-horizont van respectievelijk boring 2 en 3 enkele houtskoolspikkels aangetroffen als archeologische indicator. Deze zijn relevant omdat deze in de natuurlijke ondergrond zijn aangetroffen. De natuurlijke ondergrond is aangetroffen op 40 tot 80 -mv (35,71 à 36,91 m +NAP). De maaiveldhoogte van de boorpunten varieert van 36,16 tot 37,51 m +NAP (hoogteverschil van 1,40 m). Het plangebied ligt opeen helling. De hoge archeologische verwachting voor het Paleolithicum tot Middeleeuwen kan worden gehandhaafd. Mogelijk worden eventuele archeologische vindplaatsen bedreigd door de voorziene bodemingrepen.Op basis van de onderzoeksresultaten wordt nader archeologisch onderzoek geadviseerd conform protocol 4003 IVO (landbodems).Gelet op de te verwachten prospectiekenmerken en prospecteerbaarheid van een eventuele vindplaats wordt geadviseerd dit vervolgonderzoek uit te voeren in de vorm van een proefsleuvenonderzoek conform de KNA Leidraad Inventariserend Veldonderzoek Deel: Proefsleuvenonderzoek (IVO-P). Uitgaande van een dekkingsgraad van 8% van het plangebied dient een oppervlakte van circa 121 m2 onderzocht te worden.Voor de uitvoering van gravend onderzoek, waaronder een proefsleuvenonderzoek is een Programma van Eisen (PvE) vereist. Voordat de werkzaamheden mogen worden uitgevoerd dient er een PvE te worden opgesteld en worden goedgekeurd door het bevoegd gezag. Er wordt voorgesteld dat in het Programma van Eisen (PvE) in het kader van een eventueel vervolgonderzoek een doorstart naar een definitieve opgraving (DO) wordt meegenomen binnen de contour van de nieuwbouw.Dit advies is overgenomen door de bevoegde overheid, de gemeente Berg en Dal. De gemeente wordt hierin vertegenwoordigd door Willem Tielen, beleidsmedewerker cultuurhistorisch erfgoed.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/AR/NBEVMA
Metadata Access https://archaeology.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/AR/NBEVMA
Provenance
Creator E.W. Brouwer
Publisher DANS Data Station Archaeology
Contributor Functioneel Applicatiebeheer GBO; Laagland Archeologie BV
Publication Year 2025
Rights CC-BY-4.0; info:eu-repo/semantics/openAccess; http://creativecommons.org/licenses/by/4.0
OpenAccess true
Contact Functioneel Applicatiebeheer GBO (BIJ12)
Representation
Resource Type Dataset
Format application/pdf; text/xml; application/gml+xml; application/octet-stream; application/zip
Size 6296584; 11920; 7471; 7332; 215870; 3706889; 375258; 62081; 10034; 12441; 4148; 3882; 1788; 3883; 305744; 6591; 4055; 48975; 814541; 305953; 2904
Version 1.0
Discipline Humanities