Op een gedeelte van de Woudseweg 160b te Schipluiden is Zydeblick BV van plan om een aardwarmtebron te realiseren. Deze bron moet in de toekomst de omliggende glastuinbouwbedrijven en woningen van duurzame warmte voorzien. Voor de warmtebron zullen twee putten worden geslagen en meerdere voorzieningen worden gerealiseerd. Deze voorzieningen bestaan uit een pomphuis, een warmteopslagtank, een fakkel, een geluidswal en een seperator tank. Deze voorzieningen zullen in totaal een oppervlakte beslaan van circa 1550 m2 in het zuidoosten van het plangebied. Verder wordt het terrein binnen de geluidswal (circa 5200 m2) waarschijnlijk 60 cm afgegraven en onderheid. De definitieve inrichting van het plangebied is nog niet bekend. Aangezien bij de werkzaamheden grondroerende werkzaamheden zullen plaatsvinden, kunnen de werkzaamheden een risico vormen voor eventueel aanwezige archeologische resten. Om deze reden heeft Archeologie Delft de opdracht gekregen om in het kader van een mer-aanmeldnotitie een bureauonderzoek uit te voeren. Het doel van het bureauonderzoek is het opstellen van een archeologische verwachting om inzicht te krijgen in de mogelijk aanwezige archeologische waarden in het plangebied.
Op basis van dit onderzoek geldt in het plangebied een hoge archeologische verwachting voor de Romeinse tijd. Vanaf de Romeinse tijd kan er namelijk bewoning op de oever- en restgeulafzettingen van de Gantel Laag voorkomen. Deze afzettingen worden op basis van de bekende geologische en archeologische gegevens in het plangebied verwacht en in de omgeving van het plangebied zijn meerdere vindplaatsen uit de Romeinse tijd bekend langs de geul waar het plangebied op is gelegen. Archeologische resten uit deze periode worden verwacht in de top van de Gantelafzettingen. Op basis van het naastgelegen onderzoek wordt deze top op 50-55 cm -mv verwacht. Eventueel aanwezige archeologische resten kunnen zowel bestaan uit nederzettingsresten (kuilen, waterputten, huisplattegronden), als sporen van landschapsgebruik (greppels, dierbegravingen). Voor de Late Middeleeuwen geldt een middelhoge archeologische verwachting. In de omgeving van het plangebied zijn meerdere archeologische resten aangetroffen. Eventueel aanwezige archeologische resten worden verwacht in de top van de Gantelafzettingen en kunnen bestaan uit losse huisplaatsen met bijbehorende waterputten, kuilen en huisplattegronden, en sporen van landschapsgebruik in de vorm van greppels, sloten en dierbegravingen. Gezien de bewoningsgeschiedenis van het gebied, zal een huisplaats niet op een terp zijn geplaatst en waarschijnlijk dateren in de periode 12e tot 14e eeuw.
Om het archeologisch relevante niveau te beschermen tegen de werkzaamheden, adviseren wij om een buffer van 30 cm in te stellen boven het archeologisch relevante niveau. Dit betekent dat werkzaamheden die dieper reiken dan 20 cm -mv (1,6 m -NAP) een bedreiging vormen voor het archeologisch relevante niveau. Om de archeologische verwachting te toetsen, adviseren wij om een vervolgonderzoek in de vorm van een verkennend booronderzoek plaats te laten vinden