Een aanvullende archeologische inventarisatie (A.A.I.) in het landinrichtingsgebied Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën: Deelgebied Oude Veenkoloniën, Herverkavelingsblok III

DOI

Het herinrichtingsgebied kent een lange bewoningsgeschiedenis. De oudste sporen van menselijke aanwezigheid gaan terug tot het laat-paleolithicum. In deze periode, tussen circa 12500 en 8800 voor Christus, bivakkeerden regelmatig jagers- en verzamelaarsgroepen op de dekzandruggen en -kopjes langs de laat-glaciale Hunze. De aanwezigheid van water en de grote verscheidenheid aan flora en fauna zullen hierbij een belangrijke rol gespeeld hebben. Vooral de Federmesser-cultuur is zeer goed vertegenwoordigd. De concentratie aan vindplaatsen uit deze periode is voor Nederland uitzonderlijk te noemen. Nederzettingsresten uit het mesolithicum (c. 8800 - 4900 v. Chr.) vinden we vrijwel overal in het herverkavelingsblok. De latere perioden zijn met slechts enkele vindplaatsen in het gebied vertegenwoordigd, waarschijnlijk ten gevolge van de toenemende vernatting waardoor bewoning vrijwel onmogelijk werd.De mate van aantasting van archeologische terreinen in dit gebied is zeer ernstig. Meer dan de helft van alle nederzettingen is zwaar verstoord of geheel vernield, een deel zelfs in de paar jaar na het verschijnen van RAAP-rapport 78. Dit geeft duidelijk aan dat erosie van het bodemarchief zeer snel kan gaan. De conditie van het bodemprofiel op terrein 54 valt in de categorie licht aangetast. Herinrichtingswerken mogen geen bedreiging vormen voor dit terrein van hoge archeologische waarde. Verdere aantasting c.q. aftopping van het bodemprofiel is ongewenst. In het geval van geplande grondwerkzaamheden op terreinen met een matig tot sterk aangetast bodemprofiel moet ruimte worden geboden voor archeologisch onderzoek.Op een aantal terreinen moeten we rekening houden met de aanwezigheid van organische bewoningsresten. Deze locaties zijn zeer bijzonder vanuit archeologisch oogpunt, zelfs wanneer de bijbehorende nederzettingen op de dekzandverhogingen geheel verstoord zijn. Aantasting van bovengenoemde locaties door het uitbaggeren van opgevulde stroomgeulen en andere destructieve werkzaamheden moet voorkomen worden.

Date: 1997

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-xzk-kegm
Metadata Access https://archaeology.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/dans-xzk-kegm
Provenance
Creator Niekus, M.J.L.Th.
Publisher DANS Data Station Archaeology
Contributor b.u.l.k. archeologie, import; ARC b.v.
Publication Year 2010
Rights CC0 1.0; info:eu-repo/semantics/openAccess; http://creativecommons.org/publicdomain/zero/1.0
OpenAccess true
Contact b.u.l.k. archeologie, import (DANS)
Representation
Resource Type Dataset
Format application/pdf; text/xml
Size 3888127; 6407; 6707; 910; 6867
Version 2.0
Discipline Humanities