In opdracht van Slotereind B.V. heeft ADC ArcheoProjecten een bureauonderzoek uitgevoerd voor het plangebied Spaarne 82 t/m 88 en Turfsteeg 8 te Haarlem. In het plangebied zal een deel van de bestaande bebouwing worden gerenoveerd en zal een deel worden gesloopt en herbouwd. Het onderzoek is uitgevoerd in het kader van een aanvraag van een bouwvergunning en was noodzakelijk om te bepalen of bij de voorgenomen activiteiten de kans bestaat dat archeologische resten in de ondergrond worden aangetast.Het plangebied is vermoedelijk in een strandvlakte gelegen. Er worden in de top van het strandzand (Formatie van Naaldwijk, Zandvoort Laagpakket) archeologische waarden vanaf het Neolithicum tot de periode waarin het plangebied met veen bedekt raakte (vóór 2100 BP, IJzertijd). Waarnemingen in de omgeving geven echter geen aanwijzingen voor bewoning voorafgaand aan de Late Middeleeuwen. De resten bevinden zich dus vermoedelijk dieper dan 3,2 m -mv.In het veenpakket worden geen archeologische waarden verwacht. Bekend is dat in de Late IJzertijd en Romeinse tijd, in sommige delen van Noord-Holland, op de hoger gelegen, goed ontwaterde veenkussens bewoning plaats vond. Vanwege de slechte ontwatering tussen twee strandwallen wordt echter verwacht dat bewoning in het plangebied niet mogelijk was en dat de voorkeur eerder uitging naar de nabijgelegen strandwallen. In de Late Middeleeuwen werd het veengebied ontgonnen. In de top van het veenpakket kunnen daarom archeologische resten voorkomen uit de Late Middeleeuwen.Bewoning concentreerde zich echter nog steeds op de strandwallen. In het veengebied worden vooral sporen van de ontginning verwacht, zoals greppels. De top van het veen zou in dit geval veraard zijn.Vanaf maaiveld, en ter plaatse van de betonnen vloer vanaf 20 cm -mv, worden archeologische resten verwacht vanaf de 12e eeuw. Vanaf deze periode lijkt de westoever van het Spaarne ter hoogte van het plangebied vrijwel continu te zijn bewoond. Op basis van de resultaten van opgravingen in de directe omgeving van het plangebied en een geologisch profiel worden deze resten verwacht in een ophogingspakket met een dikte van ca. één meter.Naar verwachting is de bodem in het plangebied voor een groot deel verstoord ten gevolge van de realisatie van de huidige bebouwing en voorlopers hiervan. Onder de huidige bebouwing zijn heipalen aangebracht, waardoor ook verstoring heeft plaatsgevonden.ADC ArcheoProjecten adviseert om ter plaatse van de liftschacht (ca. 6 m2, zie afb. 3), een archeologische opgraving uit te voeren, teneinde gaafheid, omvang, datering en conservering van archeologische resten te onderzoeken.Indien dit, uit veiligheidsoverwegingen of andere redenen niet haalbaar is, kan er ook voor gekozen worden een archeologische begeleiding conform protocol opgraving uit te voeren. De archeologische begeleiding dient hetzelfde doel als een opgraving. Dit betekent dat bij de civiele werkzaamheden aangetroffen vondsten of archeologische sporen worden geregistreerd en, in zover de werkzaamheden dat toelaten, worden gedocumenteerd. De exacte invulling van de werkzaamheden dient te worden vastgelegd in een door de bevoegde overheid goed te keuren Programma van Eisen (PvE).Het verdient verder de aanbeveling om de uitvoerder van het grondwerk te wijzen op de plicht archeologische vondsten te melden bij de bevoegde overheid, zoals aangegeven in artikel 53 van de Monumentenwet.Indien de bodemingrepen in het overige deel van het plangebied niet dieper reiken dan de bestaande betonnen vloer, adviseert ADC ArcheoProjecten om het terrein vrij te geven voor de voorgenomen ontwikkeling. Het is echter niet volledig uit te sluiten dat in dit gebied toch nog archeologische resten voorkomen. Het verdient daarom aanbeveling om de uitvoerder van het grondwerk te wijzen op de plicht archeologische vondsten te melden bij het bevoegde overheid, zoals aangegeven in artikel 53 van de Monumentenwet.
Spaarne 82 t/m 88 en Turfsteeg 8 te Haarlem