In opdracht van Projectontwikkelingmij. M.B. Tricht B.V. uit Tricht heeft VUhbs archeologie een karterend booronderzoek uitgevoerd op het achterterrein van een pand aan de Herman Kuijkstraat 46- 50. Projectontwikkelingmij. M.B. Tricht B.V. wil de bestaande bebouwing aan de Herman Kuijkstraat 46-50 slopen om vervolgens het gehele perceel te ontwikkelen, waarbij een appartementencomplex zal worden gebouwd.Het is bekend dat binnen het plangebied resten in de ondergrond aanwezig kunnen zijn die aan de burcht van de Heren van Malsen kunnen worden toegeschreven. Specifiek gaat het hierbij om de burchtmuur en de gracht die hieromheen lag. De nieuwbouw zal op palen komen te staan. Volgens het beleid van de gemeente Geldermalsen is de schade die hierbij wordt aangebracht aan het bodemarchief, mede vanwege de relatief kleine oppervlakte die wordt ontwikkeld, zeer gering en is een vlakdekkend onderzoek niet nodig. Daarnaast is Projectontwikkelingmij. M.B. Tricht B.V. voornemens om de zone waarbinnen de burchtmuur ligt, te ontzien tijdens de ontwikkeling, opdat deze in situ behouden blijft.Er dient echter in de zone ten zuiden hiervan wel een deel van de bovengrond te worden verwijderd om een geschikte bouwput te maken. Tevens zal dieper worden gegraven op de locaties van een tweetal liftschachten van het appartementencomplex. Omdat de kans aanwezig is dat tijdens de werkzaamheden die hiermee gepaard gaan belangwekkende resten verstoord kunnen worden was het zaak zicht te krijgen op de horizontale en verticale verspreiding van deze resten. Tevens diende de locatie van de burchtmuur te worden vastgesteld. Hiertoe is op advies van de adviseur een vijftal boringen geplaatst. Uit de boringen is gebleken dat min of meer onverstoorde ophogingslagen zich direct onder een recente puinlaag bevinden. Tevens is de locatie van de burchtmuur in één boring aangetroffen. Ook is de gracht op twee locaties aangeboord.Gelijktijdig met het booronderzoek heeft de civieltechnisch uitvoerder van de opdrachtgever een klein gaatje gegraven langs de fundering van de bestaande bebouwing. In het hierbij ontstane gat is de aanzet van een kelder en beerput gezien. Gedacht wordt dat deze bij een 19de-eeuws gebouw hebben gehoord. Even ten noorden van dit gat dient een liftschacht te komen. De hier geplande boring is op verschillende locaties gestuit, waardoor wordt gedacht dat de aangetroffen kelder in ieder geval tot deze locatie doorloopt.Gezien de relatief beperkte aard van de bodemingrepen zullen hoofdzakelijk ophogingslagen geroerd worden. Hierin kunnen zeker belangwekkende resten worden aangetroffen die met de burcht van de Heren van Malsen te maken hebben. Daarom is het bevoegd gezag geadviseerd tot het laten uitvoeren van een vervolgonderzoek in de vorm van een begeleiding conform protocol opgraven tot op de maximale ontgravingsdiepte van de bouwput, c.q. de liftschachten.