Aanleiding voor de opgraving, variant begeleiden was de herinrichting van de Markt in Dokkum. Op de Markt is in het kader van het project 11Fountains voor Culturele Hoofdstad 2018 een fontein geplaatst. Daarnaast is de Markt opnieuw ingericht. De graafwerkzaamheden die moesten worden uitgevoerd om afwateringsgoten, riolering en drainage te verleggen, voor de plaatsing van de fontein en de ondergrondse koeling hiervoor en voor het plaatsen van de lichtmasten op de Markt zijn archeologisch begeleid. Op de Markt zijn vanaf de jaren 1950 verschillende archeologische onderzoeken uitgevoerd; het huidige onderzoek heeft bestaande inzichten op basis van de vele hier uitgevoerde archeologische onderzoeken versterkt en aangevuld. De Markt is een beschermd archeologisch rijksmonument en valt onder het gezag van de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed. De Markt ligt op de dorpsterp van Dokkum. Uit verschillende archeologische onderzoeken die hier zijn uitgevoerd is gebleken dat onder de huidige Markt en onder de St. Martinuskerk de resten liggen van twee tufstenen kerken, van mogelijk een houten kerk en van een grafveld en kerkhof. Na 1829 raakte het kerkhof in onbruik en werd het terrein ingericht als marktplaats. Vanaf 754 is Dokkum het centrum van de Bonifatiusverering. Op de locatie waar Bonifatius en zijn gevolg door heidense Friezen werden vermoord, werd een houten kerkje ter nagedachtenis aan de bisschop gebouwd op een terp: de Bonifatiusterp. Uit de bestaande bronnen en uit het archeologische onderzoek blijkt dat de Bonifatiusterp in n keer opgeworpen is op een kwelderrug. De dikte van de terplagen is ongeveer 5 m. De Bonifatiusterp werd in ieder geval aan de westkant begrensd door een watergang of terpsloot die zowel bij het huidige onderzoek als bij eerdere onderzoeken terug is gevonden in de Torenstraat, vanaf de hoek met de Hogepol tot net ten noorden van het plein voor de Sint Martinuskerk. Aan het eind van de 12e of aan het begin van de 13e eeuw werd de Bonifatiusterp richting het zuiden en westen uitgebreid, waarschijnlijk vanuit n straat, de Hoogstraat. De terpsloot die bij het huidige onderzoek is aangetroffen dateert op basis van het erin aangetroffen vondstmateriaal en de dendrodateringen van de beschoeiing in de periode 11e-14e eeuw. Waarschijnlijk werd het westelijk deel van de terpsloot van de Bonifatiusterp bij de uitbreidingen niet gelijk gedempt.Waarschijnlijk hebben tot aan de bouw van de eerste tufstenen kerk in de 11e eeuw meerdere kerken van hout en/of zoden elkaar op het Toelichting: hoogste punt van de terp opgevolgd. De eerste tufstenen kerk werd tussen 1050 en 1125 gebouwd op de locatie van de huidige St. Martinuskerk. Rond 1100 verrees ten noorden hiervan de veel grotere St. Bonifatiuskerk. De St. Martinuskerk werd gebruikt als parochiekerk, de St. Bonifatiuskerk betrof de abdijkerk van het St. Bonifatiusklooster, een Premonstratenzer witherenklooster. Beide kerken werden gebouwd op het grafveld/kerkhof rond eerste houten kerken. De St. Bonifatiuskerk had aan de westkant een grote klokken- of verdedigingstoren, gebouwd in baksteen. Deze dateert mogelijk als uit de eerste helft van de 13e eeuw of wellicht zelfs de late 12e eeuw. Na verschillende verbouwingen en restauraties aan beide kerken werd in 1588 de St. Bonifatiuskerk gesloopt, waarna dakpannen en bakstenen van de gesloopte abdijkerk vervolgens werden gebruikt voor een laatste grote verbouwing van de St. Martinuskerk, die vanaf toen de Grote Kerk van Dokkum werd genoemd. De toren werd bij de afbraak van de St. Bonifatiuskerk gespaard en bleef tot 1832 op de Markt staan. De afbraak van de St. Bonifatiuskerk was het gevolg van de Waalse Furie in 1572, de inname en plundering van Dokkum door de Waalse troepen van de Spaanse stadhouder tijdens de Tachtigjarige Oorlog, waarbij een deel van de stad afbrandde en ook de St. Bonifatiuskerk beschadigd werd. Het St. Bonifatiusklooster was mogelijk al vr de Reformatie in 1580 ontvolkt. De meeste gebouwen van het kloostercomplex werden al vrij snel na de afbraak van de St. Bonifatiuskerk 1588 gesloopt. Na de sloop van het kloostercomplex werden op de vrijgekomen ruimte nieuwe huizen en straten gebouwd. Bij het huidige onderzoek zijn muurrestanten van zowel het klooster als van de rij huizen die aan de oostkant van de Markt aan het begin van de 17e eeuw verscheen gevonden. Tijdens alle archeologische onderzoeken op de Markt zijn zeer veel menselijke resten en graven tevoorschijn gekomen. Het is duidelijk dat overal onder de Markt en in de omliggende straten Het gaat om vele duizenden graven en hierbij moet de Markt een aantal malen fors opgehoogd zijn om nieuwe begravingen mogelijk te maken. Na de sloop van de St. Bonifatiuskerk en de abdij in 1588 kwam het hele terrein ter beschikking voor begravingen en werd er ook tussen en op de funderingen van de voormalige abdijkerk begraven. De oudste graven die zijn gevonden op de Markt dateren uit de 8e -9e eeuw, de jongste uit 1829. Uit zowel de eerdere onderzoeken als uit het huidige onderzoek blijkt dat de oudste graven onder en naast de funderingen van de diverse fases van de St. Bonifatius- en de St. Martinuskerk liggen. De meeste graven die bij het huidige onderzoek op de Markt zijn aangetroffen dateren echter uit de periode tussen 1588 (na de sloop van de abdijkerk) en 1829, met de nadruk op de periode 17e- 19e eeuw. Dit beeld komt ook naar voren uit de aangetroffen fragmenten van grafzerken. Op de Markt van Dokkum zijn bij het huidige onderzoek de resten gevonden van minimaal 169 individuen. Het grootste deel (62,8%) is gevonden in een in situ context, dat wil zeggen in een graf, knekelkist, knekelkuil of botconcentratie. De overige resten komen uit (verrommelde) ophogingslagen. De graven die bij het huidige onderzoek zijn gedocumenteerd lagen in maximaal drie lagen boven elkaar. Het gedeelte rondom de Sint Martinuskerk kent een veel hogere dichtheid aan graven dan het noordelijke deel van de Markt. Bij de St. Martinuskerk zijn bij eerder onderzoek zeven lagen aan intensieve begravingen teruggevonden. Binnen de ontgravingsdiepte van het huidige onderzoek zijn maximaal drie lagen graven onderzocht. In het noordelijk deel van het onderzoeksgebied is dit ook het maximale aantal lagen begravingen, maar op de delen rond de kerken kunnen op een dieper niveau nog meerdere lagen begravingen liggen. Naar aanleiding van het archeologische onderzoek op de Markt in de jaren 1980 werd het westelijke stuk van het kerkhof, ten westen van de Sint- Martinuskerk, als kern van de begraafplaats beschouwd. Dit idee wordt door het huidige onderzoek bevestigd. Halverwege de 19e eeuw kreeg de Markt een nieuwe bestemming en werd deze opnieuw bestraat. Ook kreeg de St. Martinuskerk opnieuw een grote restauratie (1856/57). De jongste sporen die bij het onderzoek zijn gevonden zijn afkomstig van de Eierhal, die rond 1872-1873 aan de noordkant van de Markt werd gebouwd, en in de jaren 1980 werd afgebroken.