Op 6 augustus 2013 is door Aeres Milieu een archeologisch bureau- en verkennend booronderzoek uitgevoerd aan het Ericaplein (ong.) te Grubbenvorst. Het doel van het booronderzoek is de in het bureauonderzoek opgestelde specifieke verwachting te toetsen. Aan de hand van deze gegevens kunnen vervolgens adviezen over de aanwezige archeologische resten, of vervolgtraject worden opgesteld.Het plangebied is gelegen aan de zuidwestelijke rand van de bebouwde kom van Grubbenvorst. De geomorfologische kenmerken zijn niet gekarteerd wegens bebouwing. De bodemkaart geeft aan dat het plangebied op hoge bruine enkeerdgronden gelegen is. De bruine bovengrond van deze gronden is veroorzaakt door het gebruik van bosstrooisel samen met plaggenbemesting. De omgeving -voornamelijk ten oosten van het plangebied- is sterk beïnvloed door de ligging in het Maasterrassengebied.Op basis van de bekende gegevens omtrent archeologische waarden in het gebied en geografische ligging moet worden geconcludeerd dat voor het plangebied een hoge verwachting geldt voor archeologische resten uit vrijwel alle perioden. Het plangebied zelf is gelegen op een dekzandvlakte maar de nabije omgeving van het plangebied is sterk beïnvloed door de ligging in het Maasterrassengebied. Op en nabij de Maasterrassen zal een omgeving zijn ontstaan met gevarieerde voedsel- en grondstofbronnen. Eventueel aanwezige oeverwallen en rivierduintjes zorgden voor een landschap waarin met name de hogere delen aantrekkingskracht hadden (Tichelman 2006). In een dergelijke omgeving bestaat een grote kans op het aantreffen van resten uit het laat-paleolithicum en neolithicum.Deze gevarieerde omgeving zou ook nog aantrekkelijk geweest kunnen zijn in de metaaltijden. In de wijdere omgeving op 900 meter ten noordwesten van het plangebied zijn funeraire resten uit deze perioden aangetroffen. Er zijn echter nog geen eenduidige bewoningssporen uit deze perioden bekend. Voor het aantreffen van resten uit deze periode geldt een middelhoge verwachting.Voor de Romeinse tijd geld een hoge verwachting. Volgens Ubachs is de nederzetting Grubbenvorst als wachtpost langs de Romeinse weg begonnen (Ubachs 2000). De Romeinse weg is ter hoogte van Grubbenvorst nog niet eenduidig aangetoond. Wel is ten oosten van het plangebied een Romeinse huisplattegrond aangetroffen.Voor het aantreffen van resten uit de middeleeuwen en nieuwe tijd geldt een middelhoge verwachting. Mogelijk was er eerst een periode van depopulatie in de vroege middeleeuwen, welke in het gehele Maasdal plaatsvond. In de omgeving zijn resten uit met name de late middeleeuwen tot de nieuwe tijd aangetroffen. Dit hangt vooral samen met de strategische ligging aan de Maas (Renes 1999). Op basis van historische kaarten blijkt dat op het plangebied in ieder geval de afgelopen twee eeuwen geen bebouwing heeft gestaan. Wel heeft het (mogelijk deels) een agrarische functie gehad in de vorm van bosbouw. Dit heeft mogelijk de bodem al tot grote diepte verstoord. Ook moet men er rekening mee houden dat bomen met kluit en al weggehaald kunnen zijn, waardoor de aanwezige grond afgevoerd kan zijn.Op basis van de veldwerkzaamheden kan de verwachting voor het aantreffen van in-situ resten uit alle perioden bijgesteld worden naar laag. De verstoringen reiken tot in de C-horizont met in enkele boringen in de top van de C-horizont nog een mengzone met brokken. Door deze verstoringen is het niet waarschijnlijk dat eventueel aanwezige archeologische resten nog in-situ aanwezig zijn. Het advies luidt derhalve dat er voor het plangebied geen vervolgonderzoek noodzakelijk wordt geacht.
AM13154
Date: 6 augustus 2013 (uitvoering onderzoek
Issued: 2013-11-14