Mark Driessen onderzocht de topografie, de bewoningscontinuïteit en de monumentaliteit van Romeins Nijmegen. Centraal in het onderzoek stonden de specifieke kenmerken van Romeins Nijmegen als centrale plaats voor militaire en civiele nederzettingen, de chronologische ontwikkeling ervan en de vergelijking met soortgelijke plaatsen in Germania inferior en andere noordelijke provincies. Een belangrijke vraag was in welke mate de specifieke locatie, de wijdere omgeving en de historische context van de regio hierop van invloed zijn geweest. De aanleg, invulling en plaatsbepaling van Romeinse fortificaties bleken in bepaalde mate gestandaardiseerd te zijn. Daarnaast betoogt Driessen dat in Romeins Nijmegen geen sprake was van absolute bewoningscontinuïteit (als één bepaalde locatie doorlopend bewoond is geweest). Voor Romeins Nijmegen is eerder sprake van een relatieve bewoningscontinuïteit, omdat hier een concentratie van zich verplaatsende bewoningslocaties te zien is.