In opdracht van de provincie Noord-Brabant heeft Sweco Nederland B.V. een archeologisch inventarisend veldonderzoek in de vorm van proefsleuven uitgevoerd langs de N321 te Gassel en Escharen (zie bijlage 1). De aanleiding voor dit onderzoek is de aanleg van twee rotondes aan de Overlaat/Maasveld te Gassel en aan de Driessenweg/Vegetasscheweg te Escharen. Tevens worden enkele sloten gegraven, wegen verplaatst en fietspaden aangelegd. Ook wordt deels opgehoogd en worden bomen geplaatst. Voor het nieuw aan te leggen fietspad wordt tot op ca. 90 centimeter onder maaiveld ontgraven, voor de nieuwe wegdelen en de rotonde wordt tot 100 cm onder maaiveld ontgraven.

Binnen het plangebied hebben er lokaal diepe verstoringen plaatsgevonden, tot in ruim in de C-horizont van het dekzand. Hierdoor is er in de meeste werkputten nog slechts sprake van een A-C profiel. In enkele werkputten is nog een restant van een B-C horizont aanwezig, zoals in werkput 1,2 en 3. In werkput 8 is een meer intact bodemprofiel aanwezig bestaande uit een A-E-B-C horizont. Er zijn echter geen archeologische sporen of vondsten aangetroffen in de werkputten.

Op basis van het proefsleuvenonderzoek is er geen vindplaats aangetoond binnen het plangebied. Twee gebieden konden echter niet onderzocht worden, ten eerste kon een sleuf ten oosten van de Overlaat niet aangelegd worden in verband met de aanwezigheid van twee waterleidingen. Deze sleuf bleek al in het PvE buiten de eigendomsgrens van de provincie te zijn geplaatst. Dit perceel is slechts 33 meter lange en ca. 9 meter breed. Vanwege de aanwezigheid van de waterleidingen is hier waarschijnlijk een deel van het plangebied reeds verstoord. De resterende oppervlakte is relatief klein, en een vervolgonderzoek in de vorm van een begeleiding staat qua kosten niet in verhouding met de eventuele informatiewaarde. Daarnaast is een sleuf ter hoogte van de Hogendijk ten zuiden van de N321 niet onderzocht. Deze was niet bereikbaar vanwege de aanwezigheid van bomen en struiken. Conform het oplegblad PvE zou deze sleuf indien er een vindplaats is aangetoond in de omgeving van het plangebied, naar de uitvoeringsfase verhuizen en onder archeologische begeleiding worden uitgegraven. Aangezien er geen vindplaats is aangetoond in de andere proefsleuven vervalt deze sleuf conform PvE. Daarom wordt voorgesteld het volledige plangebied vrij te geven voor de voorgenomen werkzaamheden.