Bouwhistorische opname van een boerderij net buiten Breda. De kern van de boerderij dateert uit de 18e eeuw. De boerderij bestond uit een woonhuis met bijna vierkante plattegrond bestaande uit een binnenhaard, met een kookschouw tegen de kopgevel, en een zone met opkamer en (melk)kelder. De brandmuur scheidde het woonhuis van de stal. De stal was iets breder van het woonhuis en bestond uit een voorstal, met sopketel voor het koken van veevoer tegen de brandmuur, en een potstal. Het woonhuis was opgetrokken in metselwerk. De stal had mogelijk houten gevels. Woonhuis en stal hadden een gezamenlijke zolder en waren gedekt met een rieten kap.
Eind achttiende of begin negentiende eeuw werd de potstal verlengt. Tussen 1824 en 1910 werden zowel het woonhuis als de stal uitgebreid. Het woonhuis werd aan de kant van de kopgevel verlengd. Op de begane grond kwam een woonkamer met schouw en inbouwkasten. Het oorspronkelijke woonhuis kreeg nieuw venster met dezelfde kozijnen en ramen als de uitbreiding. De potstal werd wederom verlengd. Vermoedelijk werden in de eerste helft van de twintigste eeuw een deel van de gevels van de stal opgetrokken in metselwerk. Beide geveldelen kregen een ijzeren stalraam.
Tussen 1910 en 1962 werd de stal aan de zuidwestkant flink uitgebreid. Deze uitbreiding hing waarschijnlijk samen met de wijziging van potstal naar grupstal. Het nieuwe staldeel kreeg betonnen gevels en een dak van golfplaten. De stalvloer werd uitgevoerd in beton en van voer- en mestgoten voorzien. Vermoedelijk werd in de eerste helft van de twintigste eeuw de kookschouw afgetimmerd met een houten wand. Op de zolder werd een slaapkamer afgetimmerd. Daarnaast stammen waarschijnlijk veel interieurafwerkingen in het woonhuis uit deze periode. Relatief recent (na 1981) is de zone aan de straatkant van het woonhuis ingrijpend gewijzigd. De opkamer en (melk)kelder werden verwijderd en er werden een keuken, wc en badkamer gemaakt.