Van 26 tot en met 29 juli 2021 heeft Erfgoed van de gemeente Utrecht een archeologisch onderzoek uitgevoerd op het perceel Beefland Kavel 3 op het bedrijventerrein Oudenrijn-Beefland in De Meern (gemeente Utrecht). De gemeente wilde de kavels uitgeven zonder dat er voor de toekomstige gebruikers restricties met betrekking tot archeologie aan waren verbonden. Ten noordoosten van het onderzoeksgebied ligt een inheems-Romeinse nederzetting. Een deel van deze vindplaats is in 1995 opgegraven. In 2015 is er op het perceel Beefland Kavel 3 een booronderzoek uitgevoerd, waaruit blijkt dat de resten van de vindplaats (vondstlaag/loopniveau) hier heel dicht onder het maaiveld liggen. Naar aanleiding van dit onderzoek is het terrein opgehoogd, zodat de vindplaats beschermd werd en het perceel bebouwd kon worden zonder dat een opgraving noodzakelijk zou zijn. In 2021 bleek echter dat uit AHN-gegevens dat de ophoging bij lange na niet voldoende was voor behoud in situ. Daarom is besloten om een proefsleuvenonderzoek uit te voeren, om de mogelijk aanwezigheid van sporen van de inheems-Romeinse nederzetting te onderzoeken. Indien er sporen uit de Romeinse tijd zouden worden aangetroffen, kon direct een doorstart naar een definitief onderzoek gemaakt worden. In de proefsleuven is een greppel uit de Romeinse tijd aangetroffen en daarom is besloten om een doorstart te maken, zodat deze greppel, en eventueel andere sporen, onderzocht konden worden.
De bodemopbouw in het onderzoeksgebied bestaat uit crevasseafzettingen op komafzettingen. De vindplaats lag op de crevasseafzettingen. Deze zijn deels in de oude bouwvoor (onder de recente ophoging) opgenomen. Het meeste vondstmateriaal is dan ook uit de oude bouwvoor afkomstig. De sporen uit de Romeinse tijd bestaan uit een greppel en paar kleine paalspoortjes. De opgraving lag in de westelijke periferie van de nederzetting. De greppel dateert uit de vroeg-Romeinse tijd en dan vermoedelijk uit de eerste helft van de eerste eeuw. Uit het vondstmateriaal (aardewerk en metaal) uit de verstoorde contexten, met name de bouwvoor, blijkt eveneens activiteit in de vroeg-Romeinse tijd. Dit loopt in ieder geval door tot in de tweede helft van de tweede eeuw en mogelijk zelfs tot in de derde eeuw. Eventueel derde-eeuws vondstmateriaal was echter niet als zodanig te herkennen is. Na afloop van het onderzoek is het terrein vrijgegeven voor ontwikkeling.