BAAC heeft tussen 21 en 29 juni 2022 in opdracht van de Gemeente Tilburg een proefsleuvenonderzoek (IVO-P) uitgevoerd in het plangebied Tilburg – Spoorzone, parkeergarage Zwijsen – fase 2. Aanleiding voor het onderzoek is de voorgenomen realisatie van een parkeergarage waarbij de bodem tot 1,5 m -MV zal worden verstoord. Tijdens het veldonderzoek zijn tien sleuven aangelegd, waarbij in totaal circa 570 m2 is onderzocht. Het uitgevoerde onderzoek is het vervolg op een archeologische begeleiding uit 2013 waarbij een nederzetting uit de volle middeleeuwen (vindplaats 1) en sporen van landinrichting in de vorm van een greppel (vindplaats 2) zijn aangetroffen.Bij het IVO-P in 2020 (Tilburg – Spoorzone, parkeergarage Zwijsen – fase 1), zijn sporen van twee vindplaatsen aangetroffen: sporen van landinrichting en landgebruik uit de middeleeuwen en uit de nieuwe tijd (vindplaats 2) en restanten van het voormalige hoofdmagazijn van de Nederlandse Spoorwegen (vindplaats 3). Sporen van de nederzetting (vindplaats 1) en van het voormalige kloostercomplex en drukkerij (vindplaats 4) zijn toen niet vastgesteld.Tijdens het onderhavige proefsleuvenonderzoek (Tilburg – Spoorzone, parkeergarage Zwijsen – fase 2) zijn in het onderzoeksgebied paalsporen en kuilen gevonden van de in 2013 aangetroffen nederzetting uit de volle middeleeuwen (vindplaats 1), sporen van infrastructuur en landbewerking (vindplaats 2), en resten van de bebouwing van de NS hoofdwerkplaats uit de late 19e of 20e eeuw (vindplaats 3) aangetroffen. Van het voormalige kloostercomplex en drukkerij (vindplaats 4) zijn geen resten gevonden.Bij het onderzoek is aardewerk uit de volle middeleeuwen en de late middeleeuwen/nieuwe tijd, bouwkeramiek uit de late middeleeuwen/nieuwe tijd, verbrand huttenleem uit de volle middeleeuwen en metaal uit de nieuwe tijd verzameld.Op basis van de waardering wordt vindplaats 1 behoudenswaardig geacht.Op basis van de waardering wordt vindplaats 2 niet behoudenswaardig geacht.Op basis van de waardering wordt vindplaats 3 niet behoudenswaardig geacht.Het advies van BAAC is dan ook om vindplaats 1 te beschermen middels behoud in situ bij bodemingrepen dieper dan 60 cm – maaiveld en indien dit niet mogelijk is door behoud ex situ door middel van een opgraving.