In opdracht van Binneveld Bouwmanagement heeft RAAP in mei 2021 een archeologisch vooronderzoek in de vorm van een bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek (verkennend booronderzoek) uitgevoerd voor het plangebied Amsteldijk Noord 104b te Amstelveen in de gemeente Amstelveen. Het onderzoek vond plaats in het kader van de aanvraag van een omgevingsvergunning. Op basis van het bureauonderzoek werd een bodemopbouw verwacht van komklei of veen met een mogelijke cultuur- of vondstlaag uit de late middeleeuwen en nieuwe tijd op natuurlijke komklei en veen met daaronder afzettingen van het Laagpakket van Wormer.Voor eventuele kreekruggen van het Laagpakket van Wormer gold een middelhoge verwachting voormidden en laat neolithische bewoningsresten. Deze afzettingen konden verwacht worden vanaf circa 2 m –mv (5,9 m –NAP). Deze diepte is gebaseerd op voormalig archeologisch onderzoek aan het aangrenzende perceel bij Amsteldijk Noord 100 en 101 (Kroes, 2017 en Wolzak, 2021). Voor het Hollandveen gold een lage verwachting voor resten uit de bronstijd t/m de vroege middeleeuwen. Op basis van de ligging aan het bewoningslint langs de dijk gold een hoge verwachting voor bewoningsresten uit de late middeleeuwen en nieuwe tijd. Op historisch topografisch kaartmateriaal zijn echter geen gebouwen afgebeeld die binnen het huidige plangebied vallen.Tijdens het veldonderzoek is gebleken dat de bodemopbouw in het plangebied bestaat uit opgebrachte grond en verstoorde klei, met een mogelijk archeologisch niveau in de top van de natuurlijke klei, en veen op wadafzettingen. In het plangebied is slappe wadklei aangetroffen vanaf 2,8-3,65 m –mv (vanaf 4,6 m –NAP). Er zijn geen aanwijzingen voor zandige kreekafzettingen aangetroffen. De diepteligging alsmede de slappe consistentie van de wadafzettingen duiden op een dusdanig nat milieu, dat deze ongeschikt moet zijn geweest voor bewoning. De middelhoge verwachting voor bewoningsresten uit het midden en laat neolithicum kan bijgesteld worden naar een lage verwachting. De lage verwachting voor het Hollandveen blijft eveneens gehandhaafd vanwege de natte omstandigheden waarin het veen gevormd is en het ontbreken van tekenen van veraarding in de top van het aangetroffen intacte veen. De hoge verwachting voor bewoningsresten uit de late middeleeuwen en nieuwe tijd vroeg kan worden bijgesteld naar een middelhoge verwachting: tijdens het onderzoek is in twee boringen een mogelijk archeologisch niveau aanwezig vanaf 30-70 cm –mv; 2,1-2,5 m -NAP. Een duidelijke cultuurlaag is echter niet waargenomen en deze is mogelijk verdwenen/verstoord. Dit houdt ook in dat een eventuele vindplaats naar verwachting niet meer intact aanwezig is (verstoord vondstniveau, mogelijk nog met een sporenniveau). Mogelijk is ook dat het aangetroffen kleipakket met indicatoren onderdeel is van de ophoging/ het gebruik van de Amsteldijk (vanaf de late middeleeuwen).De werkzaamheden in het kader van de nieuwe kelder onder het nieuwbouwhuis komen onder het grootste deel van de woning tot 3 m –mv oftewel tot 2 m -NAP en bij het geplande zwembad op één derde van het oppervlak van de begane grond tot 4,5 m –mv oftewel tot 3,7 m –NAP (figuur 7). Aangezien deze ontgravingen in delen plaats zullen vinden in het natte – onder de bestaande woning -ter plaatse van het mogelijke archeologische niveau, kan gesteld worden dat de wijze van ontgraving er voor zorgt dat er geen ideale omstandigheden zullen zijn voor waarnemingen tijdens archeologisch vervolgonderzoek.Op basis van de resultaten van het onderzoek blijkt dat onder de woning (mogelijk) archeologische resten bedreigd worden door de voorgenomen bodemingrepen