In het kader van de restauratie van de Domtoren was het noodzakelijk rondom de Domtoren diverse (kleine) graafwerkzaamheden uit te voeren voor onder andere de fundering van een tijdelijke bouwlift, het plaatsen van hekwerk en de aanleg van een elektriciteitskabel voor een tijdelijke bouwaansluiting. Daarnaast werd graafwerk verricht voor het vervangen van een huisaansluiting ter hoogte van de Servetstraat.De graafwerkzaamheden vonden plaats binnen de grenzen van het beschermd rijksmonument Domplein te Utrecht (rijksmonumentnummer 531049). Binnen dit rijksmonument geldt een vrijstellingsdiepte van 50 centimeter. Dit betekent dat bij alle bodemverstorende activiteiten met een diepte vanaf 50 centimeter door de initiatiefnemer een monumentenvergunning bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) moet worden aangevraagd. Om te voorkomen dat voor elke kleine ingreep waarbij geringe kans bestaat op het aantreffen of beschadigen van archeologische waarden het volledige vergunningsproces moet worden doorlopen, is in overleg met het bevoegd gezag (RCE), gekozen om voor dergelijke kleine ingrepen één Programma van Eisen (PvE) op te stellen. Daarnaast is afgesproken dat de archeologen van Erfgoed van de gemeente Utrecht de werkzaamheden begeleiden.Onder dit PvE zijn in 2018 en 2019 door de afdeling Erfgoed vier archeologische onderzoeken uitgevoerd. Deze zijn uitgevoerd onder drie projectcodes, te weten DP081, DP082 en SRV07. Er is besloten om deze vier onderzoeken uit te werken in één rapportage. Drie onderzoeken bestonden uit het begeleiden van graafwerkzaamheden, één betrof een noodwaarneming. De graafwerkzaamheden van de noodwaarneming bleven beperkt tot 0,3 meter onder maaiveld en waren dan ook niet vergunningsplichtig. Wel zijn initiatiefnemers verplicht om archeologische resten die worden aangetroffen bij werkzaamheden te melden bij de minister. Toen bleek dat op deze geringe diepte al muurwerk aanwezig was, zijn de resten gedocumenteerd.Archeologische begeleiding DP082 en SRV07Bij twee onderzoeken werd niets anders dan recente verstoring ten behoeve van kabels en leidingen aangetroffen (DP082 en SRV07).Bij de twee andere onderzoeken (beide uitgevoerd onder projectcode DP081) werd wel archeologie aangetroffen.Archeologische noodwaarneming DP081Tijdens de archeologische noodwaarneming zijn twee werkputten aangelegd waarbij de funderingsresten op circa 0,3 meter onder maaiveld lagen. In de werkput aan de noordoostzijde van de Domtoren is de fundering aangetroffen van de noordwesthoek van de gotische Domkerk. Deze is eerder bij onderzoek in 1929-1930 in beeld geweest. Op basis van bouwrekeningen wordt de fundering gedateerd in 1516. Deze datering komt overeen met de gebruikte steenformaten die bij de noodwaarneming zijn aangetroffen. Voor de bouw van de fundering is overigens gebruik gemaakt van hergebruikte baksteen uit de veertiende of vijftiende eeuw. Dit is op zich niet opmerkelijk, aangezien hergebruik in funderingen een veelvoorkomend fenomeen was. Bij de bouw van de Domkerk werd echter vooral gebruik gemaakt van nieuw materiaal en is hergebruik niet eerder vastgesteld.In de werkput ten noordwesten van de toren zijn de funderingen van de romaanse Maartenstoren aan het licht gekomen. Deze torenfundering is eind jaren 20 van de vorige eeuw al een keer opgegraven. De digitale meetgegevens uit 2018 konden zodoende gecombineerd worden met foto’s uit die tijd, waardoor duidelijk werd welk gedeelte van de Maartenstoren in 2018 gezien is.Archeologische begeleiding DP081Het tweede onderzoek van DP081 vond plaats rondom de voet van de Domtoren. Door middel van acht proefputten werd het bovenste deel van de voet van de oost- en westzijde van de Domtoren in kaart gebracht. Hierbij is vastgesteld dat de westzijde, waar het maaiveld lager ligt dan aan de oostzijde, slechts één zandstenen plintlaag bezit en onder het maaiveld direct de bakstenen fundering begint. Aan de oostkant is dit beeld echter anders. Hier ligt het maaiveld hoger, waardoor de zuidoosthoek van de toren een extra funderingslaag van zandsteen heeft. In de noordoosthoek van de toren zijn zelfs twee lagen van zandsteen aangebracht. Op basis van eerdere waarnemingen werd dit al vermoed, maar het was nog niet eerder met zekerheid vastgesteld. Bovendien is de voet van de Domtoren niet eerder zo systematisch onderzocht, al zijn delen ervan wel eerder in beeld geweest.1 In één van de proefputten werd tevens een rood zandstenen sarcofaagfragment gevonden dat in het verlengde van de Domtorenfundering lag. Het fragment bezat een visgraatmotief. Het fragment kan niet nader gedateerd worden dan midden tiende tot dertiende eeuw. Het is onduidelijk waarom het fragment op deze plek is terecht gekomen enwaar de rest van de sarcofaag zich bevindt.De resultaten van de uitgevoerde (nood)waarnemingenlaten zien dat de graafwerkzaamheden veelal hebbenplaatsgevonden in verstoorde grond, zoals in zones metveel kabels en leidingen, waarbij geen archeologischeresten worden bedreigd. Maar er zijn ook graafwerkzaamhedenarcheologisch begeleid waarbij nieuwe informatieover de bouw van de kerk en de toren is ontdekt. Tevensis duidelijk geworden dat funderingsresten al vanaf 30centimeter onder maaiveld aanwezig kunnen zijn. Hieruitblijkt dat het archeologisch begeleiden van graafwerkzaamhedenop en rondom het Domplein van belang blijftvoor de kennisontwikkeling van de geschiedenis van hetDomplein.
Files not yet migrated to Data Station. Files for this dataset can be found at https://easy.dans.knaw.nl/ui/datasets/id/easy-dataset:178391.