In opdracht van Natuurmonumenten heeft ADC ArcheoProjecten een inventariserend veldonderzoek uitgevoerd voor het plangebied Mosselweg - middendeel in Biddinghuizen (gemeente Dronten). In het plangebied zullen vijvers worden gegraven. Het onderzoek was noodzakelijk om te bepalen of bij de voorgenomen activiteiten de kans bestaat dat archeologische resten in de ondergrond worden aangetast.Uit het verkennend en karterend booronderzoek komt een eenduidig landschapsbeeld naar voren. Tijdens de laatste fase van de laatste ijstijd (tot ca. 11.500 jaar geleden) is over een groot gebied dekzand afgezet. In het plangebied heeft dit tot ca. 4000 - 3000 v.C. aan het oppervlak gelegen. Met de stijging van de zeespiegel is dit vervolgens onder recentere kleiafzettingen verdwenen. Bij dit proces is de top van het dekzand verspoeld.In twee boringen zijn archeologische indicatoren aangetroffen, een verbrande notendop en een verbrand (vis)botfragment. De beperkte hoeveelheid en de verspreide ligging maken het echter niet aannemelijk dat deze een aanwijzing vormen voor een vindplaats. Vermoedelijk zijn deze indicatoren verspoeld. Dit komt overeen met het landschapsbeeld dat uit de verkennende boringen naar voren is gekomen. Bij vergelijking met eerder uitgevoerd booronderzoek op het terrein blijkt echter, dat de twee indicatoren die in het plangebied zijn aangetroffen kunnen worden toegeschreven aan reeds in kaart gebrachte concentraties.Indien de waterpartijen niet buiten de aangemerkte zones kunnen worden gegraven, adviseert ADC ArcheoProjecten om in de gebieden met een hoge archeologische verwachting een inventariserend veldonderzoek uit te voeren door middel van het aanleggen van proefsleuven (IVO-P), teneinde gaafheid, omvang, datering en conservering van archeologische resten te onderzoeken. Het betreft in eerste instantie de twee vondstconcentraties ten westen en ten oosten van het in dit rapport beschreven onderzoek.De exacte invulling van de werkzaamheden dient te worden vastgelegd in een door de bevoegde overheid goed te keuren Programma van Eisen (PvE).Het is niet uit te sluiten dat buiten de vindplaats toch nog archeologische resten voorkomen. Daarom merken wij op dat het aanbeveling verdient om de uitvoerder van het grondwerk te wijzen op de plicht archeologische vondsten te melden bij de bevoegde overheid, zoals aangegeven in de Monumentenwet 1988 en de Wet op de Archeologische Monumentenzorg.