In de Westermaat Zuid-West, aan de Wegtersweg, ten noordwesten van het centrum van Hengelo (gemeente Hengelo, provincie Overijssel) wordt een bestaand milieupark van de gemeente Hengelo verder ontwikkeld. Dit milieupark beslaat een oppervlakte van circa 3,2 ha. Voor de ruimtelijke onderbouwing van dit plan is onder andere archeologisch (voor)onderzoek noodzakelijk. Door de aanleg van het milieupark gaan forse bodemingrepen plaatsvinden waardoor eventueel aanwezige archeologische resten in de bodem worden aangetast of vernietigd. Op basis van het bureauonderzoek is geconcludeerd dat in het plangebied mogelijk resten uit de prehistorie kunnen worden aangetroffen. Daarnaast kunnen sporen en artefacten uit de Middeleeuwen en Nieuwe Tijd worden verwacht, met name sporen van agrarische en economische activiteiten en bewoningssporen. Teneinde de gespecificeerde verwachting te toetsen is een inventariserend veldonderzoek (verkennende fase) uitgevoerd. Het doel van het verkennend booronderzoek is het vaststellen van het bodemprofiel en de mate van intactheid hiervan. Op basis van de resultaten van het verkennend onderzoek worden kansrijke- en kansarme zones ten aanzien van archeologische vindplaatsen aangeduid. Het verkennend veldonderzoek door middel van boringen ter plaatse van het milieupark Hengelo heeft geen aanwijzingen opgeleverd voor de aanwezigheid van een archeo- logische vindplaats binnen het plangebied. Het plangebied is voor het merendeel verstoord door ophoging en/of egalisering. Onder de verstoring of onder de bovenste bodemlaag is in een aantal boringen oud bouwland in de vorm van een plaggendek te zien. Dit is het geval aan de randen van het plangebied, de oost- en noordwestkant van het terrein. Hier kunnen mogelijk nog archeologische waarden aanwezig zijn in het plaggendek zelf of eronder. Het uitgevoerde booronderzoek kon hierover geen uitsluitsel geven. Ter plaatse van genoemde randen van het plangebied, waar nog een deel van het oorspronkelijke plaggendek aanwezig lijkt te zijn, kunnen sporen uit de Late Middeleeuwen in het plaggendek en oudere sporen onder het dek, tot in de C-horizont, niet worden uitgesloten. Echter, na aftrek van alle boringen met verstoord profiel en boringen met natte bodem (beekdal) in de oosthoek van het plangebied gaat het feitelijk om een zeer klein deel van het plangebied. Het uitvoeren van een karterend/waarderend proefsleuvenonderzoek aldaar zal naar verwachting geen archeologische meerwaarde opleveren. Dientengevolge wordt aanbevolen het plangebied vrij te geven voor wat betreft archeologie. Op 25 juni 2010 heeft de heer J.A.M. Oude Rengerink, regioarcheoloog van het Oversticht, namens de gemeente Hengelo (het bevoegd gezag) laten weten in te stemmen met de conclusies en aanbeveling. Nader archeologisch vervolgonderzoek is niet nodig en het plangebied kan hierbij worden vrijgegeven om de geplande ontwikkeling te realiseren.