Econsultancy heeft in opdracht van A.J. Real Estate B.V. een proefsleuvenonderzoek uitgevoerd voor het plangebied aan de Hoek Dorpsstraat en Vijverlaan in Scherpenzeel, gemeente Scherpenzeel. In het plangebied is de bebouwing gesloopt en wordt een supermarkt met daarboven appartementen gerealiseerd. Bij het uitgraven van de bouwkuip zullen delen in het plangebied verstoord worden tot in de C-Horizont, circa 1,5 m -mv. Omdat hierbij mogelijk aanwezige archeologische waarden verloren bij kunnen gaan, was archeologisch onderzoek noodzakelijk.Voorafgaand aan onderhavig onderzoek is in mei 2020 een gecombineerd bureau- en booronderzoek uitgevoerd door Econsultancy. Op basis van dit onderzoek was er een lage verwachting voor archeologische resten van het Paleolithicum t/m de Middeleeuwen en een hoge verwachting op resten uit Nieuwe tijd. Om deze verwachting te toetsen is geadviseerd om vervolgonderzoek te laten uitvoeren in de vorm van een waarderend proefsleuvenonderzoek. De bevoegde overheid (gemeente Scherpenzeel) heeft dit advies overgenomen in haar selectiebesluit.Op 22 en 23 augustus 2023 is het proefsleuvenonderzoek uitgevoerd door een veldteam van Econsultancy. De kraanmachinist was door E. van Ravenhorst van J. Davelaar grondverzet.Gevolgde onderzoeksmethode Het proefsleuvenonderzoek is uitgevoerd op dinsdag 22 en woensdag 23 augustus. Er zijn in het onderzoeksgebied vijf proefsleuven aangelegd met een oppervlakte van 450 m2, ruim 9% van het terrein.Bij de uitvoering van proefsleuvenonderzoek is de methodiek gevolgd zoals verwoord in het voor dit onderzoek vooraf opgestelde Programma van Eisen. Uit praktische overwegingen zijn er tijdens het veldwerk kleine wijzigingen in de locaties van de aan te leggen proefsleuven doorgevoerd, die tijdens het veldwerk besproken zijn met de adviseur namens de bevoegde overheid. In het geval van werkput 1 t/m 4 waren de wijzigingen t.o.v. het PvE klein. Werkput 5 wijkt wel significant af van de beoogde locatie in het PvE omdat er ten tijde van het onderzoek een grote puinbult in het centrale deel van het onderzoeksgebied aanwezig was. De opdrachtgever heeft een deel van de bult op 23 augustus laten verwijderen zodat er, ondanks dat werkput 5 niet volledig kon worden aangelegd, wel een goed beeld verkregen kon worden van het archeologisch vlak zowel binnen als buiten de voormalige bebouwing.De proefsleuven zijn grotendeels in één vlak onderzocht. Het vlak is in de top van de natuurlijke ondergrond (C-horizont) aangelegd op de diepte van circa 100 tot 140 cm (4,53 – 5,08 m NAP) beneden het maaiveld. In werkput 3 en 4 zijn secties van de werkput in twee vlakken gedocumenteerd omdat boven het archeologisch sporenvlak al sporen zichtbaar werden. Na documentatie van het eerste vlak is verder verdiept. Het tweede vlak is in deze gevallen, net als de overige werkputten aangelegd in de top van de natuurlijke ondergrond (top C-horizont).Ten tijde van het onderzoek waren de funderingen van de recent gesloopte bebouwing nog intact in de bodem aanwezig, omdat op voorhand niet duidelijk was of hun verwijdering mogelijk aanwezige archeologie kon verstoren. Dit was niet het geval, en Econsultancy heeft op woensdag 23 augustus geadviseerd de verwijdering van de funderingen zonder archeologische begeleiding te laten plaatsvinden. De bevoegde overheid heeft hiermee ingestemd.Resultaten Proefsleuvenonderzoek Bij het onderzoek zijn 8 profielen gedocumenteerd, die allen een gelijkend beeld lieten zien. De natuurlijke ondergrond (C-horizont) betreft dekzandafzettingen, die aan de noordkant van het plangebied, langs de dorpsstraat ongeveer een halve meter hoger liggen dan aan de zuidkant. Waarschijnlijk bevind het plangebied zich op de flank van een dekzandrugje. Op de hogere delen, langs de dorpsstraat is de lintbebouwing van het dorp Scherpenzeel ontstaan, de lagere, nattere delen werden gebruikt als tuin en weiland. Binnen het onderzoeksgebied liep de C-horizont wat op richting het noorden van het plangebied, langs de Dorpsstraat.Direct boven de C-horizont was een donkere 20 tot 40 cm dikke humeuze Ahpb-horizont aanwezig. Deze donker bruingrijze laag bestond uit matig humeus, matig siltig, fijn zand en bevatte brokjes houtskool en baksteen. Deze laag is ontstaan doordat de bewoners van het gebied de oorspronkelijk humusrijke bovenlaag/ bovenste laag podzol omgewerkt hebben tot teeltlaag. Bij de vlakaanleg en in de profielen van werkput 1 en 4 was tussen de A- en de C- horizont nog net een restant van een dunne geelbruine Bh- of BC-horizont van een veldpodzol te herkennen. De verwachting is dat deze podzol door natte omstandigheden in het onderzoeksgebied nooit goed ontwikkeld is. Op de Ahpb-horizont liggen diverse ophogingen. Deze ophogingen bevatten plastic of cunetzand en zijn naar verwachting opgeworpen vanaf de jaren 70 van de 20e eeuw.Bij het onderzoek zijn sporen en vondsten gevonden behorend tot een vindplaats van het type: Bewoning uit de 18e tot 20e eeuw.Van kaartmateriaal was bekend dat er al in de eerste helft van de 19e eeuw woningen aan de noordzijde van het onderzoeksgebied aanwezig zijn geweest. Bij het onderzoek werden hier echter geen restanten meer van aangetroffen op twee mogelijke uitbraaksleuven na. Van een waterput, behorend bij een recent gesloopte woning met bouwjaar 1940, was niet vast te stellen of deze een 18e/19e -eeuwse oorsprong had; de bovenzijde dateerde uit de 20e eeuw. Het lijkt erop dat met name langs de dorpsstraat bodemingrepen vrij intensief geweest zijn en de archeologie hebben aangetast.De meeste archeologische sporen zijn aangetroffen in de voormalig tuingedeelten van de erven langs de Dorpsstraat. Sporen betreffen perceelgreppels, (afval)kuilen en enkele kleine paalkuilen die waarschijnlijk behoren aan schuren/tuininrichtingselementen. Vondstmateriaal lijkt in de meeste gevallen verplaatst 18e/19e-eeuws materiaal te betreffen of van recente (20e-eeuwse) makelij te zijn. Het terrein was met name aan de oostzijde aangetast door de bouw en sloop van een schuur/gebouw dat begin 21e eeuw afgebroken is. Er worden binnen dit deel van het terrein dan ook geen intacte structuren verwacht.Ondanks dat de voormalige supermarkt vrij diep gefundeerd was, heeft deze bebouwing in de tuingedeelte maar beperkt schade aangebracht. Sporen/vondstconcentraties werden nog waargenomen in de voormalige teeltlaag onder/tussen de recente funderingen en bevatte materiaal uit de 18e en 19e eeuw. Eén vondst, vnr 114 uit S116 in werkput 4, betrof een primaire context. Hier werd een bijna complete – maar gebroken- forse roodbakkende pot met twee oren, kraagrand en standring gevonden, daterend uit 1750-1850. Hoewel het sporenvlak in het (centraal) westelijk deel van het plangebied intact was, zijn er in dit deel van het plangebied geen aanwijzingen dat er archeologische structuren aanwezig zijn.Selectieadvies Volgens de waardering op KNA voorgeschreven wijze krijgt de site een lage waardering en is niet behoudenswaardig. Het selectieadvies is daarom dan ook om het plangebied vrij te geven voor verdere ontwikkeling en is vervolgonderzoek niet noodzakelijk. Het definitieve selectiebesluit zal worden genomen door de bevoegde overheid, de gemeente Scherpenzeel Bovenstaand advies is van Econsultancy. Er is, op grond van de gebruikte onderzoeksmethode, geprobeerd een zo gefundeerd mogelijk advies te geven. Over de aan- of afwezigheid van archeologische sporen of resten in het plangebied kan nooit volledig uitsluitsel worden gegeven. Aan dit advies kunnen geen rechten worden ontleend. De resultaten van dit onderzoek zullen eerst moeten worden beoordeeld door de bevoegde overheid (gemeente Scherpenzeel), die vervolgens het advies over neemt of niet.Als het plangebied nu of in de toekomst door de gemeente Scherpenzeel wordt vrijgegeven voor bodemroerende werkzaamheden, dan blijft er, conform artikel 5.10 van de Erfgoedwet uit juli 2016, een meldingsplicht bestaan. Eventuele archeologische resten die bij werkzaamheden worden aangetroffen moeten worden gemeld bij het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, c.q. de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Het is verder raadzaam om ook de gemeente Scherpenzeel op de hoogte te stellen.