In het kader van de plaatsing van drie ondergrondse afvalcontainers in de binnenstad van Deventer, is op drie locaties een archeologisch onderzoek uitgevoerd (opgraving, protocol 4004); de locatie Geert Grootestraat, locatie Broederenplein en de locatie Smedenstraat. De onderzoeken richtten zich op het toetsen van de archeologische verwachting voor het onderzoeksgebied door het documenteren en waarderen van de eventueel aanwezige archeologische waarden. De drie onderzoeksgebieden liggen in de zone van de historische binnenstad met een zeer hoge archeologische verwachtingswaarde. Omdat het hier locaties met een beperkt oppervlak betrof, was een proefsleuvenonderzoek voorafgaand aan de ingrepen in dit geval niet zinvol. Daarom is er door het bevoegd gezag van de Gemeente Deventer voor gekozen om het onderzoek (opgraving) gelijktijdig met de civieltechnische graafwerkzaamheden uit te voeren. Deze vorm van uitvoering betreft overigens uitdrukkelijk geen “opgraving, variant archeologische begeleiding. Dit betekende dat het machinale graafwerk werd uitgevoerd op aanwijzing van de KNA-archeoloog ter plaatse. De omvang van de aangelegde put werd bepaald door de afmeting die nodig was om de veiligheidszakbekisting te kunnen plaatsen. In de meeste gevallen was de oppervlakte van de put daarmee 2,5 x 2,5 m. In het geval van de locatie Smedenstraat, waar drie containers werden geplaatst, had de put een afmeting van 7,5 x 2,5 m.