Van maandag 16 februari tot en met woensdag 25 maart voerde ACVU-HBS een Inventariserend Veldonderzoek door middel van Proefsleuven uit in het plangebied Geldermalsen - Beesd Garstkampen.De directievoering wordt gedaan door drs. F. Kortlang (ArchAeO archeologische Advisering en Ondersteuning). De opdrachtgever is de gemeente Geldermalsen. Een bureau- en booronderzoek in 2007 had reeds uitgewezen dat er zich in het plangebied drie vindplaatsen bevinden.De oppervlakte van het plangebied bedraagt ca. 17 ha. In totaal zijn tijdens het archeologisch onderzoek 45 sleuven aangelegd. Het betreft hier 37 geplande sleuven (volgens PvE) en 8 bijkomende sleuven. De bijkomende sleuven zijn aangelegd om de aanwezige sporenclusters beter te kunnen interpreteren en begrenzen.Het onderzoek heeft sporen en vondsten opgeleverd binnen de in het vooronderzoek vastgestelde vindplaatsen 1 en 3. Deze vindplaatsen bevinden zich stratigrafisch op een verschillend niveau.De kern van vindplaats 1 bevindt zich ten noordwesten van het plangebied. Deze vindplaats is te dateren in de Late IJzertijd en de Romeinse tijd. Vindplaats 3 is sterk gerelateerd aan het voorkomen van afzettingen van een stroomgordel (mogelijk Schaik of Eigenblok). Het betreft een nauwelijks verstoord oud landschap uit de periode Midden Bronstijd tot in de Vroege IJzertijd, waarin vier concentratiegebieden aanwezig zijn. In de loop van de Vroege IJzertijd stopt de bewoning, mogelijk onder invloed van de stroomgordel Hooiblok die in de periode actief wordt. In vindplaats 3 konden drie niveaus onderscheiden worden. Het eerste niveau is alle concentratiegebieden als cultuurlaag aanwezig. De overige twee niveaus zijn enkel in concentratiegebied d en mogelijk ook in c te interpreteren als cultuurlagen.Het onderzoek heeft aardewerk, dierlijk bot (verbrand en onverbrand), natuursteen en metaal opgeleverd. Het aardewerk is te dateren van de Midden Bronstijd tot de Vroege IJzertijd, met een nadruk op de Late Bronstijd.

ZAN 198