Het noordelijke deel van het plangebied heeft een hoge verwachting op de beleidskaart. Hierdoor is er voor dat deel van het plangebied een hoge verwachting trefkans op het aantreffen van archeologische resten uit de perioden Late-Middeleeuwen tot Nieuwe Tijd. Hierbij worden archeologische resten in de vorm van grondsporen en voor die perioden kenmerkend vondstmateriaal, waaronder (bouw)keramiek, metaal, glas, natuursteen en mogelijk hout. Deze resten worden direct onder de bouwvoor verwacht. De overige perioden hebben een lage trefkans.Op basis van de resultaten van het bureauonderzoek wordt voor het plangebiedgeadviseerd om in het noordelijkste deel van het plangebied een verkennendbooronderzoek uit te voeren. Met een verkennend booronderzoek wordt er gekeken of de bodemopbouw in dit deel van het plangebied archeologische vindplaatsen aanwezig kunnen zijn, in de vorm van een archeologische cultuurlaag en/of andere archeologische indicatoren.Bij de rest van het plangebied is geen vervolgonderzoek nodig waardoor dat deel van het plangebied kan worden vrijgegeven.