In het najaar van 2006 heeft ADC ArcheoProjecten in opdracht van de Gemeente Westland een opgraving uitgevoerd in het plangebied Juliahof, gelegen te Wateringen. De opgraving richtte zich in het bijzonder op de Romeinse bewoningssporen. Van de aanwezige vindplaats zijn drie delen (aangeduid als Zone 1, Zone 2 en Zone 3/4) geselecteerd voor nader archeologischonderzoek, aangezien behoud hier niet mogelijk bleek. De overige delen van de vindplaats blijven wel door inpassing in de toekomstige planontwikkeling behouden. In zowel Zone 1 als Zone 3/4 is een huisplaats aangetroffen. Zone 2 bevindt zich waarschijnlijk net aan de rand van een huisplaats. Hier werden enkele kuilen met vondsten en een kavelsloot gevonden. De verschillende huisplaatsen waren door kavelsloten met elkaar verbonden, maar vormden tegelijkertijd door deze kavelsloten omringde zelfstandige erven. Ten zuiden van de huisplaatsen zijn bij het definitieve onderzoek drie crematiegraven gevonden. In twee van de drie gevallen gaat het om kuilen waarin naast de crematieresten (delen van) deels verbrand vaatwerk is bijgezet. In het derde geval gaat het om een urn die is ingegraven. Tijdens een vooronderzoek was ook al een crematiegraf aan het licht gekomen, zij het dat alleen het meegeven en op de brandstapel verbrande vaatwerk werd teruggevonden.Binnen Zone 1 werd een huisplaats gevonden op een hoog deel van de oeverwal die, gezien deoversnijdingen van de wandgreppels, meer-fasig zal zijn geweest (drie fasen). Door het beperktekarakter van het archeologisch onderzoek in deze zone, aangezien de aangrenzende delen vande vindplaats behouden blijven, valt de lay-out van deze huisplaats niet reconstrueren.Zone 3/4 heeft wel een duidelijke lay-out van een huisplaats opgeleverd. Deze huisplaats is bijna volledig opgegraven, zodat een goede indruk is verkregen kan worden van de ruimtelijke indeling van dit erf. Dit erf is omringd door een kavelsloot. In het centrum ligt het hoofdgebouw dat op basis van de oversnijdingen van de huisplattegronden zeker twee-fasig en mogelijk zelfs drie- fasig is. Op basis van het slotenpatroon valt in ieder geval nog een derde fase onderscheiden. Devroegste boerderij werd mogelijk al aan het einde van de 1 eeuw in gebruik genomen, maarwerd met zekerheid bewoond gedurende de eerste helft van de 2 eeuw. De jongste fase,vertegenwoordigd door een grotere huisplattegrond, kan in het midden van de 2 eeuw worden gedateerd. Ten noordoosten en ten zuidoosten van deze huisplaats zijn binnen de begrenzingen van het erf twee moestuinen aangetroffen. In het noordwesten van het erf is een afrastering aanwezig die mogelijk als veekraal geïnterpreteerd kan worden. Ten noorden van de huisplaats stonden op het erf waarschijnlijk enkele bijgebouwen of spiekers, hoewel deze door de palenzwerm niet als afzonderlijke structuren konden worden gereconstrueerd. Daarnaast werden nog vier waterputten gevonden. Ten zuiden van het door kavelsloten omringde erf werd één van de crematiegraven aangetroffen. De crematieresten, evenals delen van het deels verbrande vaatwerk werden in een kuiltje bijgezet. Meer naar het westen lijkt aansluitend op het erf sprake te zijn van een volgend erf. In ieder geval is hier een deel van een huisplattegrond aangesneden. Op basis van de aardewerk en het metaal vangt zowel de bewoning in Zone 3/4 als die in Zone 1aan rond het midden van of in het laatste kwart van de 1 eeuw en duurt voort tot in het tweedekwart van de 3 eeuw.De locatie bevindt zich op de noordelijke oeverwal van de Gantel.