De heer Gerrit Wolters is geboren op 6 oktober 1932 in de Bruijnstraat in Rotterdam. Zijn vader was kantoorbediende bij de Rotterdamse Bank. Het gezin telde drie kinderen. In 1934 werd Cornelis geboren en in 1938 Elizabeth Cornelia. Tijdens het bombardement van 31 maart 1943, op de verjaardag van de heer Wolters’ broer Cornelis, woonde hij aan de Schiedamscheweg 234 a. Het huis waarin hij toen woonde, is niet geraakt, maar wel volledig onbewoonbaar geworden. De wijk stond in brand en het vuur kon volgens de heer Wolters niet geblust worden wegens gesloten welputten. Het gezin werd opgesplitst, de kinderen werden meegenomen door het buurmeisje en ondergebracht in een oude school. Zijn ouders gingen tijdelijk in een gebouw van de bank wonen. Later woonde het gezin in een tijdelijke woning, boven een kleermaker die pro-Duits was. Toen later de zogenoemde ‘Bellebom’ de Bellevoysstraat trof, zat hij op school en zag de bommenregen vallen op de stad. Meneer Wolters was aanwezig bij de herdenkingen en bij de onthulling van het monument.
Op 31 maart 1943 vertrok een grote groep Amerikaanse bommenwerpers uit Engeland voor een missie boven Nederland. Doelwit was de haveninstallaties rond Rotterdam. Door slecht weer, moeilijke navigatie, de betrekkelijk hoge aanvliegroute en een sterke wind aan de grond kwamen ongeveer 70 zware brisantbommen terecht op de woonwijk Bospolder-Tussendijken. In de bedrijvige en dichtbevolkte buurt werden vrijwel alle huizen verwoest of beschadigd. Branden, die door de sterke wind werden aangewakkerd, konden moeilijk worden geblust vanwege een tekort aan water. De hulpverlening had door de paniek en de chaos weinig structuur. Bij het bombardement kwamen 326 Rotterdammers om. Honderden gewonden en duizenden daklozen moesten in de toch al moeilijke oorlogsomstandigheden worden opgevangen.Dit project heeft ooggetuigen van toen aan het woord gelaten. Hun verhalen brengen dit 'vergissingsbombardement' tot leven, laten zien wat de persoonlijke gevolgen waren en welke betekenis deze gebeurtenis had voor de sociale verbondenheid in de wijk. Ook komt de vraag aan de orde wat dit geallieerde bombardement betekende voor de anti-Duitse gezindheid van de betrokkenen.