Op basis van het gespecificeerde verwachtingsmodel uit het bureauonderzoek is aan de hand van de Leidraad Inventariserend Veldonderzoek een karterend booronderzoek met een boordichtheid van ten minste 10 boringen per hectare uitgevoerd. Hiermee is het onderzoek verkennend voor vuursteenvindplaatsen uit de steentijd en karterend voor nederzettingsresten uit de latere perioden.Aangezien het plangebied circa 650 m2 groot is, zijn verspreid over het plangebied (afbeelding 1) in totaal 5 boringen gezet. Voor zover de terreinomstandigheden (bebouwing, verhardingen, begroeiing etc.) het toelieten, is een boorgrid van 20x15m gehanteerd, waarbij de afstand tussen de raaien 20 m en de afstand tussen de boringen 15 m bedraagt.Er is geboord met een Edelmanboor met een diameter van 15 cm en een gutsboor met een diameter van 3 cm. De boringen zijn uitgevoerd tot maximaal 2 meter onder het maaiveld, één boring is tot 4 meter gezet. Het opgeboorde sediment is verbrokkeld en versneden en geïnspecteerd op de aanwezigheid van archeologische indicatoren. De boringen zijn lithologisch beschreven conform de NEN 5104 en bodemkundig geïnterpreteerdBij de controle van het opgeboorde bodemmateriaal zijn in boringen 2, 3, 4 en 5 archeologische indicatoren aangetroffen in een laag op een diepte tussen ca 5,5 m +NAP en 4,75 m +NAP, vanaf ca 30 cm beneden het maaiveld (boringen 2, 3 en 5 in het oosten van het gebied). Deze laag is geïnterpreteerd als een mogelijke bewoningslaag daterend in de Middeleeuwen – Nieuwe Tijd.Het natuurlijke bodemtype is in het hele plangebied intact. Voor nederzettingsresten uit het Paleolithicum tot en met de Romeinse tijd zijn geen indicatoren aangetroffen binnen het plangebied en de verwachting voor deze perioden kan dus op laag blijven staan.Nederzettingsresten uit de Middeleeuwen en de Nieuwe tijd bestaan niet alleen uit fragmenten aardewerk, maar ook uit diepere sporen zoals paalgaten en afvalkuilen. Deze sporen kunnen vanaf direct onder de bouwvoor voorkomen en zijn mogelijk nog intact. Tijdens het booronderzoek zijn in het oosten van het gebied op een diepte vanaf 30 cm beneden maaiveld archeologische indicatoren aangetroffen, die wijzen op de aanwezigheid van een bewoningslaag uit de periode Middeleeuwen – Nieuwe Tijd. Daarom kan de verwachting om archeologische waarden uit de perioden Middeleeuwen tot en met de Nieuwe Tijd aan te treffen voor het plangebied op hoog blijven staan.
Date Submitted: 2022-06-14