In het kader van de aanvraag omgevingsvergunning voor de aanleg van een parkeerkelder op het perceel Duinlaan 143 is een gecombineerd archeologisch bureau- en booronderzoek uitgevoerd. Op basis van bekende archeologische gegevens, geologie en historische bronnen is een gespecificeerde archeologische verwachting opgesteld en vastgesteld of eventueel aanwezige archeologische waarden worden bedreigd door de geplande bodemingrepen.Het plangebied ligt op de overgang van een met veen opgevulde strandvlakte en de strandwal, met daarop een duin. Dergelijke locaties zijn van oudsher een geliefde plaats voor mensen om zich te vestigen. De uitkomst van het bureauonderzoek was dat zich in het plangebied een archeologische vindplaats kan bevinden aan de top van de Laag van Voorburg, dat wil zeggen vanaf direct onder maaiveld. Gezien de diepte van de geplande parkeerkelder zou een eventuele vindplaats worden vernietigd door de bodemingrepen. Het booronderzoek liet echter zien dat de bodemopbouw in het plangebied (ter hoogte van de geplande nieuwbouw) verstoord is. Op basis hiervan wordt geadviseerd ter plaatse van Duinlaan 143 geen verder archeologisch onderzoek te verrichten en het plangebied vrij te geven voor de beoogde ontwikkeling.Het ontbreken van veen in het plangebied kan betekenen dat het plangebied zich (laag) op een strandwal bevindt waar geen veen werd gevormd en dat de voorlopige conclusie van de (nog lopende) archeologische begeleiding van de rioleringswerkzaamheden in Meer en Bos klopt, namelijk dat de grens tussen strandvlakteveen en oud duin grilliger verloopt dan op de geologische kaart wordt afgebeeld.