In verband met de geplande verplaatsing van enkele sloten is een inventariserend archeologisch veldonderzoek uitgevoerd langs het spoor te Hoogeveen, gemeente Hoogeveen, provincie Drenthe. Dit graafwerk betekent mogelijk een bedreiging voor eventueel aanwezige archeologische resten. Het doel van het onderzoek is om vast te stellen wat de kans is op de aanwezigheid van archeologische waarden. Het inventariserend onderzoek bestaat uit een booronderzoek van 22 boringen. Eerder is een bureauonderzoek uitgevoerd door (voormalig) bedrijf Archeodienst. In het onderzoeksgebied zijn geen beekafzettingen aangeboord, hoewel het Oude Diep het plangebied wel gekruist heeft. Blijkbaar is de beek relatief smal geweest en heeft deze weinig gemigreerd. In de helft van het gebied is de top van het pleistocene zand nog intact, maar is het zand altijd te nat geweest voor podzolering. Op basis daarvan lijkt dat deel van het plangebied geen geschikte vestigingsplek te zijn geweest voor de mens. In de andere helft van het gebied is de bodem verstoord tot in het grijsgele zand. Mogelijk zijn daar wel dekzandkoppen geweest met droge condities en podzolering, maar dan is de bodem er diep verstoord door egalisatie. Daardoor zullen eventuele archeologische sporen aldaar verloren zijn gegaan. Het onderzoek heeft geen archeologische vondsten opgeleverd zoals van bewerkt vuursteen, scherven aardewerk of afvallagen. Het selectie-advies door senior KNA-prospector drs. J.M.G. Bongers luidt: 'Aangezien de kans op prehistorische bewoningsresten in het onderzoeksgebied klein is en aangezien er nauwelijks beekafzettingen met kans op losse vondsten aanwezig zijn, adviseren wij om geen nader archeologisch onderzoek te ondernemen. Wel wijzen wij erop dat als bij het graven van de sloten toch archeologische grondsporen worden aangetroffen en/of vondsten worden gedaan, dat daarvan direct melding dient te worden gemaakt conform de Erfgoedwet 2015, artikel 5.10 & 5.11. Wij adviseren dit te doen bij de gemeente Hoogeveen.'

2017-05/02