In opdracht van de gemeente Rijssen-Holten heeft Archol bv op 10 en 11 januari 2024 een archeologisch proefsleuvenonderzoek (IVO-p) uitgevoerd op het voormalige bedrijventerrein Enkco. Aanleiding voor het onderzoek is het voornemen van de gemeente om het plangebied te herontwikkelen.Op basis van het uitgevoerde aanvullende bureau- en booronderzoek is in de deelgebieden Weverstraat en Industriestraat / Kolweg in verschillende boringen een plaggendek aangetroffen met daaronder een aangeploegde C-horizont.1 Het oorspronkelijke leefniveau is zeer waarschijnlijk wel aangetast maar archeologische grondsporen kunnen nog wel verwacht worden. Op basis hiervan is een gespecificeerde verwachting opgesteld, waarbij voor het onderzoeksgebied een hoge verwachting voor resten uit het laat neolithicum is vastgesteld. Voor de zuidrand van het deelgebied industriestraat Kolweg geldt tevens een hoge verwachting op resten uit de Nieuwe tijd.De gemeente Holten-Rijssen heeft in haar rol als bevoegd gezag besloten dat vervolgonderzoek in de vorm van een waarderend proefsleuvenonderzoek noodzakelijk was.Doel van het proefsleuvenonderzoek is het vaststellen van de aan- of afwezigheid van archeologische vindplaatsen op het terrein. Van eventuele vindplaatsen dient de aard, omvang, datering, gaafheid, conservering en inhoudelijke kwaliteit vastgesteld te worden.De profielen in het westen en zuiden laten zien dat er binnen het onderzoeksgebied op de stuwwal oorspronkelijk een (deels) intacte holtpodzolbodem is gevormd. Vanaf de late-middeleeuwen heeft plaggenbemesting plaatsgevonden en heeft zich een esdek gevormd en is het terrein mogelijk verkaveld.In het noordwesten van het onderzoeksgebied is een gedeelte van een huisplattegrond blootgelegd. De sporen zijn aangetroffen in het grindige zand van de stuwwal. Uit de sporen is geen dateerbaar materiaal verzameld waardoor de ouderdom vooralsnog onbekend blijft. De diepteligging en het voorkomen van de sporen doen vermoeden dat het nederzettingssporen uit de prehistorie of vroege middeleeuwen betreft.In het zuiden van het onderzoeksgebied zijn sporen aangetroffen die op basis van het aardewerk dateren in de late middeleeuwen tot en met de Nieuwe tijd. Een aantal van deze sporen werd direct onder de recente bouwvoor al zichtbaar wat deze jonge datering ondersteund. Het betreft waarschijnlijk sporen van een boeren erf. De boerderij van dit erf heeft mogelijk langs de huidige Kolweg gestaan.Op basis van de verspreiding van de sporen zijn twee vindplaatsen gedefinieerd (1 en 2). Archol acht beide vindplaatsen behoudenswaardig en adviseren behoud ‘in situ’. Mocht dit niet mogelijk zijn, dienen de vindplaatsen middels een opgraving ‘ex situ’ bewaard te blijven.