De onderzoekslocatie ligt volgens de Archeologische Beleidskaart van de Gemeente Boxtel in de zone Categorie 3 (gebieden
van hoge archeologische waarde en gemeentelijke aandachtsgebieden). Het plangebied ligt op een dekzandrug. Circa 485 meter ten zuiden van het plangebied ligt het beekdal van de Dommel. De hooggelegen dekzandruggen en dekzandwelvingen in de directe nabijheid van waterlopen, zullen ideale bewoningslocaties voor jager-verzamelaars zijn geweest. Om deze reden geldt er voor vindplaatsen uit het laat-paleolithicum tot mesolithicum een hoge archeologische verwachting. Hoge dekzandruggen blijven ook in latere periodes een ideale bewoningslocatie. Daarom geldt er ook voor het neolithicum tot
de vroege middeleeuwen een hoge archeologische verwachting. Het plangebied ligt aan de Onrooi, een oude doorgaande route tussen Boxtel en Sint-Oedenrode. Langs deze weg stond sporadisch bebouwing. Het plangebied lijkt tot de bouw van de huidige woning onbebouwd te zijn. Het is echter niet uit te sluiten dat binnen het plangebied historische bebouwing aanwezig was, al dan niet bestaande uit bijgebouwen van de omringende bebouwing. Op basis van deze gegevens geldt voor het plangebied een middelhoge verwachting voor de periode late middeleeuwen en nieuwe tijd. Op basis van het uitgevoerd verkennend veldonderzoek middel boringen kan worden gesteld dat het potentieel archeologisch niveau binnen het plangebied nog grotendeels intact is. Alleen in boringen 1 en 2 is geen inspoelingshorizont (B- of BC-horizont) aangetroffen. De C1-horizont vertoont hier ook tekenen van een nattere bodem dan in het overige deel van het plangebied. Het potentieel archeologisch niveau ligt op een diepte van 30 tot 70 centimeter beneden maaiveld (6,92 tot 7,44 meter +NAP). Vanwege de nattere omstandigheden rond boringen 1 en 2 is de verwachting op het aantreffen van een archeologische vindplaats hier laag. Een vervolgonderzoek hoeft naar ons advies alleen rond boringen 3 tot 6 plaats te vinden. Met
inachtneming van een marge van 30 centimeter kan het archeologisch niveau hier van 20 tot 40 centimeter beneden maaiveld
worden verwacht. Aangezien de voorgenomen ontwikkeling ter plaatse voorziet in de aanleg van een private tuin, waarbij er geen bodemingrepen plaatsvinden ter hoogte van deze boringen 3 en 6, is er geen dreigende verstoring en kan behoud in situ worden gerealiseerd. Indien ter plaatse van deze zone wel graafwerkzaamheden worden gepland, dan dient een vervolgonderzoek plaats te vinden in de vorm van een proefsleuvenonderzoek.