In opdracht van aannemingsbedrijf Bos v.o.f. heeft ADC ArcheoProjecten een bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek uitgevoerd voor het plangebied Kattendijk 51 in Gouderak (gemeente Ouderkerk). In het plangebied zal de bestaande bebouwing gesloopt worden, waarna er nieuwbouw zal plaatsvinden. Het onderzoek is nodig in het kader van een bouwvergunning en heeft als doel te bepalen of bij de voorgenomen activiteiten de kans bestaat dat archeologische resten in de ondergrond worden aangetast.Op basis van het bureauonderzoek kunnen in het hele plangebied archeologische resten voorkomen vanaf het Laat Mesolithicum tot en met de IJzertijd op of in de top van de beddingafzettingen en in de oeverafzettingen van de Gouderak stroomgordel tot maximaal 520 cm beneden het maaiveld. De kans op het voorkomen van de resten is middelhoog. Aan en direct onder het maaiveld worden archeologische resten verwacht uit de Nieuwe Tijd en mogelijk uit de Middeleeuwen. De kans op het voorkomen van de resten is hoog.Er zijn in boring 1, in het noordwestelijk deel van het plangebied, zijn enkele aanwijzingen aangetroffen die een aanwijzing zijn voor de aanwezigheid van archeologische waarden. Deze resten hangen waarschijnlijk samen met een molen die zich in plangebied heeft bevonden. De op basis van het bureauonderzoek verwachte stroomgordel is niet aangetroffen, waardoor hieraan gerelateerde archeologische waarden uitgesloten zijn.De geplande bodemingreep zal ter plaatse van het huidige woonhuis en in het zuidoostelijke deel van het plangebied plaatsvinden. De archeologische waarden bevinden zich in het noordwestelijk deel van het plangebied en deze zullen niet worden verstoord door de geplande bodemingreep.ADC ArcheoProjecten adviseert om in het plangebied geen aanvullend archeologisch onderzoek uit te voeren. Wat betreft de archeologie is er geen belemmering om het terrein vrij te geven voor de voorgenomen ontwikkeling. Het is echter niet volledig uit te sluiten dat binnen het onderzochte gebied toch nog archeologische resten voorkomen. Het verdient daarom aanbeveling om de uitvoerder van het grondwerk te wijzen op de plicht archeologische vondsten te melden bij de bevoegde overheid, zoals aangegeven in de Monumentenwet.