Inventariserend veldonderzoek archeologie De Doorbraak ORW 35

DOI

Aanleiding van dit Inventariserend Veldonderzoek (IVO) is de ontwikkeling van de nieuwe watergang De Doorbraak, die de stroomgebieden van de Tusvelder Waterleiding verbindt met de Bornerbroekse Waterleiding. De bodemverstorende activiteiten die plaats zullen vinden, kunnen eventueel aanwezige archeologische waarden in het plangebied beschadigen. Opdrachtgever van dit IVO is het waterschap Regge en Dinkel.Verwachtingsmodel bureauonderzoek:Deze verwachting is deels overgenomen uit de in 2003 uitgevoerde SAI (bureauonderzoek) en aangevuld met nieuwe observaties. Er zijn niet veel vondsten gedaan in de directe omgeving van dit deel van het plangebied zodat er geen sprake is van een specifieke verwachting. Er kunnen waarden verwacht worden uit alle archeologische periodes vanaf het Mesolithicum tot heden. Hierbij geldt dat de nederzettingsresten zich met name zullen bevinden op de hoger gelegen delen in het landschap. Voor het Mesolithicum kunnen deze locaties zich op de hogere delen van het beekdal bevinden, voor de latere perioden geldt dat deze zich met name op de dekzandruggen buiten het eigenlijke beekdal bevinden. Dit zijn de locaties die op de IKAW een (middel)hoge trefkans op archeologische waarden hebben. Langs delen van het onderzoeksgebied liggen deze dekzandruggen met daarop gelegen essen direct naast het beekdal. Off-site waarden als afvalkuilen, waterputten en grafvelden, kunnen zich ook buiten deze gebieden en dus in het beekdal bevinden.Conclusies:Het verwachtingsmodel uit het bureauonderzoek is grotendeels bevestigd. Er zijn twee mogelijke vuursteenvindplaatsen uit het Mesolithicum – Neolithicum in het onderzoeksgebied aangetroffen. Een grondeigenaar maakt melding van een ‘keienpad’ dat buiten het huidige onderzoeksgebied ligt, maar waarschijnlijk binnen het definitieve beektracé . Hoe oud dit pad is, is onbekend. Mogelijk gaat het om een voorde. Er zijn verder geen vindplaatsen aangetoond en voor de periode na de steentijd worden gezien de natte omgeving in ieder geval geen nederzettingen verwacht. De mogelijk wel aanwezige off site waarden zijn niet aangetoond maar gezien het beperkte aantal boringen ook moeilijk te vinden. Omdat de bodem is verstoord zullen eventueel aanwezige archeologische waarden waarschijnlijk eveneens zijn verstoord.Aanbevelingen:De precieze ligging van het tracé in onderzoeksgebied B is nog niet bepaald. Wanneer de ligging niet overeenkomt met het huidige onderzoeksgebied zal mogelijk aanvullend booronderzoek dienen te worden uitgevoerd. Met name de locatie rond het keienpad/de mogelijke voorde is archeologisch interessant. Voor het overige deel van het onderzochte deel van het plangebied is de kans op het aantreffen van intacte archeologische waarden gering. Het gebied wordt niet behoudenswaardig geacht. Vervolgonderzoek wordt niet noodzakelijk geacht en er wordt aanbevolen het gebied vrij te geven voor ontwikkeling.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-xks-bb32
Metadata Access https://archaeology.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/dans-xks-bb32
Provenance
Creator Akkerman, E.N.; Brouwer, E.W.
Publisher DANS Data Station Archaeology
Contributor F.R. Buurmans; ARCADIS BV, Assen
Publication Year 2011
Rights CC-BY-4.0; info:eu-repo/semantics/openAccess; http://creativecommons.org/licenses/by/4.0
OpenAccess true
Contact F.R. Buurmans (ARCADIS)
Representation
Resource Type Dataset
Format application/pdf; text/xml
Size 4143549; 7151; 7369; 844; 6456
Version 1.0
Discipline Humanities