Synthegra B.V. heeft in opdracht van bedrijf XXX een archeologisch inventariserend veldonderzoek, verkennend en optioneel karterend booronderzoek uitgevoerd op een terrein aan de Westbroekse Zodden (enclave Baas) te Westbroek. De aanleiding voor het onderzoek is de voorgenomen natuurontwikkeling. Afwijkend van het bureauonderzoek is niet het gehele plangebied van die opdracht onderzocht omdat enkel in een strook van 5 x 750 meter een watergang tot 1 meter beneden maaiveld gegraven gaat worden. De overige werkzaamheden betreffen werkzaamheden die tot maximaal 30 centimeter beneden maaiveld gaan en vergunningsvrij zijn. Bij het verkennend booronderzoek is tot 1,2 meter beneden maaiveld ( circa 1,6 meter boven NAP) bestaat het plangebied uit matig fijn, matig siltig, lichtgeel grijs, kalkloos zand. Op een gemiddelde diepte van 0,3 meter beneden maaiveld (circa 0,7 meter beneden NAP) wordt dit pakket afgedekt door een matig fijn, matig siltig, sterk humeus, kalkloos donkerbruin grijs zand, dit betreft de moderne bouwvoor. Dit profiel is aangetroffen in boringen 2 en 6. In 5 van de 10 boringen is een intact bodemprofiel met een complete bodemvorming aangetroffen, het betreft boringen 1,4,8 tot en met 15. Het betreft hier A/B/BC/C profielen. De bodemhorizonten bestaan uit dezelfde textuur als de C-horizont uit het eerste profiel, echter met bijmengingen en een andere kleur. De A-horizont is donkergrijs en matig humeus, de B-horizont is donkerbruin en matig humeus, de BC horizont is lichtbruin van kleur met sporen humus, elke horizont is ongeveer 10 centimeter dik. In boringen 11 t/m 15 is op het podzolprofiel nog een restant zwak kleiig veen aangetroffen, het betreft hier basisveen. In twee boringen was enkel nog de lichtbruine BC-horizont aangetroffen van de bodemvorming, het betreft hier boringen 3 en 5. Boring 7 week af door een verstoord bodemprofiel tot circa 80 centimeter beneden maaiveld, vermoedelijk een oude sloot, hieronder werd de schone C-horizont aangetroffen. Bij het karterend booronderzoek is er een vergelijkbare verdeling van de bodemopbouw aangetroffen. 33 boringen bevatten een compleet podzolprofiel (A/B/BC/C), 18 boringen vertoonden een deels intact podzolprofiel (B/BC/C). Van deze boringen waren er 25 nog afgedekt met een restant veen. 32 boringen bevatten een BC/C-profiel of C-profiel. Op grond van de resultaten van het onderzoek wordt voor de voorgenomen natuurontwikkeling van het plangebied zoals omschreven in de vergunningsaanvraag geen nader archeologisch onderzoek geadviseerd.