In april 2017 is een archeologisch vooronderzoek uitgevoerd in het plangebied Park Moleneind in het westen van de abebouwde kom van Uden (gemeente Uden). De aanleiding voor het onderzoek vormt de herinrichting van het park en de verschillende sportvelden in het gebied. In het plangebied is volgens het gemeentelijk beleid echter sprake van een hoge archeologische verwachting. Dit betekent dat in het kader van de herinrichtingsplannen in het gebied archeologisch vooronderzoek nodig is om vanuit archeologische optiek (behoud van archeologische resten in de bodem) de plannen te kunnen onderbouwen. In en rondom het plangebied heeft reeds op diverse plekken archeologisch onderzoek plaatsgevonden. Op grond van deze onderzoeken is de verwachting zodanig hoog op de aanwezigheid van een archeologische vindplaats, dat er rekening gehouden moet worden met de inpassing van de resten in het ontwerp en/of eventuele aanvullende onderzoeksstappen ten behoeve van het behoud ervan. Daarom is in het plangebied een verkennend booronderzoek uitgevoerd om meer inzicht te krijgen in de bodemopbouw, de mate van intactheid ervan en de daadwerkelijke mogelijkheden tot behoud van de aanwezige resten in het plangebied. In totaal zijn 89 boringen gezet. De boorkolommen zijn geïnterpreteerd en omgezet in diverse kaartbeelden. Onderhavig rapport beschrijft de resultaten van dit onderzoek. Op basis van het vooronderzoek zijn de volgende conclusies te trekken: Uit het onderzoek blijkt dat het plangebied in een getrapt zandlandschap gelegen is, waarbij in het zuidelijk deel sprake is van een pleistocene opduiking, deels afgedekt met dekzand. In het noordelijk deel van het plangebied is vermoedelijk een dalvormige laagte aanwezig. In het plangebied is op het Pleistocene zand een circa 35-110 cm dik akkerdek aanwezig. Daaronder bevindt zich in de top een overgangslaag c.q. fossiele cultuurlaag. De top van het pleistocene zand als archeologisch sporenniveau varieert in diepteligging tussen 0,48 en 1,5 m –Mv (14,3 en 16,1 m +NAP). Hoe de diepteligging binnen het plangebied varieert is weergegeven in bijlage 8. Archeologisch gezien is de bodemopbouw in het hele plangebied intact. Slechts enkele bodemverstoringen zijn waargenomen in de zone westelijk van de sportvelden grenzend aan de snelweg. De archeologische verwachting is hierdoor hoog. Tijdens dit onderzoek zijn op verschillende plekken reeds vondsten gedaan uit zowel de IJzertijd als de Late-Middeleeuwen. In combinatie met de onderzoeksresultaten van eerdere onderzoeken uit de omgeving van het plangebied is de aanwezigheid van archeologische resten in de vorm van bodemsporen en artefacten in het gebied zeker te noemen.