ArcheoProjecten heeft van 7 tot en met 10 september 2020 een Archeologische Begeleiding (conform protocol Opgraven) uitgevoerd ten behoeve van de aanleg van nieuwe riolering in het oostelijke deel van De Bontstraat in Son, gemeente Son en Breugel. In de wijk De Vloed wordt binnen het kader van het nieuwe bestemmingsplan ‘Son Zuid; De Bontstraat – Kanaaldijk Noord het project De Nieuwe Vloed gerealiseerd. Dit nieuwbouwplan bestaat uit een appartementencomplex en enkele rijen hoek- en tussenwoningen, gelegen tussen De Bontstraat, de Nieuwstraat en de Kanaaldijk Noord. Bij archeologisch onderzoek zijn twee vindplaatsen uit de Ijzertijd en Late Middeleeuwen of Nieuwe tijd aangetroffen. De verwachting was dat deze vindplaatsen zich tot buiten de plangrenzen zouden uitstrekken, waaronder onder de Nieuwstraat en De Bontstraat. De aanleg van de gebouwen inclusief kabels en leidingen kon worden ingepast. Voor de nieuwe wijk is echter ook nieuwe infrastructuur nodig, waaronder riolering in De Bontstraat. De weg zelf en andere leidingen zouden het archeologisch niveau niet bedreigen. Alleen de riolering tussen de Nieuwstraat en De Bontstraat nr. 1 zou door dit niveau gaan. Het bevoegd gezag heeft daarom bepaald dat de aanleg van dit deel archeologisch begeleid moest worden. De archeologische begeleiding behelsde het toezicht houden op het uitgraven van een rioolsleuf vanaf de kruising van de Nieuwstraat met De Bontstraat tot aan De Bontstraat nr. 1. De archeologische begeleiding had tot doel het volledig documenteren van sporen en veilig stellen van vondsten om daarmee informatie te behouden die van belang is voor onze kennisvorming over het verleden.Het werk startte in de Nieuwstraat met het plaatsen van een put bovenop het bestaande riool dat rond 2003 in de Nieuwstraat was aangelegd. Ten behoeve van deze put is een gat van ca. 4 bij 4 m ontgraven tot ongeveer 3 m -mv, vrijwel geheel in geroerde grond. Van hieruit is de rioolsleuf in westelijke richting gegraven De Bontstraat in. Direct ten westen van de put is de rioolsleuf eerst nog over een lengte van ca. 3,7 m breder aangelegd, ongeveer 2,7 m breed. Het vervolg van de rioolsleuf is over een lengte van ca. 56 m niet breder aangelegd dan 0,9 tot 1,0 m. De rioolaanleg is van oost naar west over een lengte van iets meer dan 64 m archeologisch begeleid en de sleuf had een totale oppervlakte van ca. 85 m2. De rioolsleuf is gedocumenteerd als werkput 1.Bij de archeologische begeleiding zijn 25 grondsporen en één natuurlijke verstoring aangetroffen.Op basis van vondstmateriaal en één 14C-datering zijn deze onder te verdelen in de perioden Romeinse tijd, Late Middeleeuwen en Nieuwe tijd. De vondsten uit de Late Middeleeuwen en Nieuwe tijd zijn echter dermate gefragmenteerd en verweerd dat een scherpe datering in veel gevallen niet mogelijk was. De sporen uit de Romeinse tijd bestaan uit paalkuilen, een greppel en de insteek van een mogelijke waterput of waterkuil. In de smalle rioolsleuf bleek het niet mogelijk om in de sporenclusters structuren te herkennen. Het Romeinse vondstmateriaal bestaat uit aardewerk, keramisch bouwmateriaal en een wetsteen. Het aardewerk bestaat voor het grootste deel uit gladwandig aardewerk afkomstig uit het Belgische Maasland en uit Tienen. Het geheel aan sporen en vondsten duidt op bewoning in de Romeinse tijd in het plangebied of in de directe omgeving daarvan.De meeste sporen in het plangebied zijn op basis van vondstmateriaal en kleur en opvulling van de grondsporen in de Late Middeleeuwen of Nieuwe tijd te dateren. De sporen bestaan uit kuilen, mogelijke paalkuilen en een concentratie karrensporen. Ook voor de sporen uit deze perioden geldt dat in de smalle rioolsleuf geen structuren herkend konden worden. Het is heel goed mogelijk dat de kuilen en mogelijke paalkuilen tot een erf hebben behoord uit de Late Middeleeuwen en/of Nieuwe tijd, maar de precieze ligging, aard en omvang waren niet vast te stellen. De concentratie karrensporen die in het oosten van de put is aangetroffen en zich onder de huidige Nieuwstraat bevindt, ligt NNW-ZZO georiënteerd. De karrensporen behoren waarschijnlijk tot een voorganger van de huidige Nieuwstraat. Historische kaarten laten namelijk op deze locatie reeds vanaf ca.1815 een weg zien die tot op heden als huidige Nieuwstraat in gebruik is gebleven. Het is echter niet uit te sluiten dat een eventuele weg of karrenpad in oorsprong al teruggaat tot de (Late) Middeleeuwen.