In opdracht van de provincie Flevoland heeft Periplus Archeomare B.V. in samenwerking met DEEP B.V. een archeologisch inventariserend veldonderzoek (opwaterfase) uitgevoerd voor de Flevokust in het IJsselmeer. Het onderzoek bestond uit een gecombineerd side scan sonar en multibeam onderzoek.Op basis van het dieptemodel en vergelijkingen met oude lodingskaarten is vastgesteld dat bijna 40 procent van het totale plangebied verstoord is door zandwinning in de jaren 50 van de vorige eeuw.Tijdens het eerder uitgevoerde onderzoek (in het gebied van de toekomstige terminal en de noordelijke vaargeul) zijn op 37 locaties contacten aangetroffen met side scan sonar. Aan één contact was eenarcheologische verwachting toegekend, dit betrof een mogelijke wrakrand. Nadere bestudering van de originele sonaropnamen heeft echter uitgewezen dat het hier om een bodemverstoring gaat zonderarcheologische waarde.Bij het aanvullende onderzoek (in het gebied van de zuidelijke vaargeul en een uitbreiding noordelijke vaargeul) zijn op 23 locaties contacten aangetroffen met side scan sonar en multibeam. Het merendeelvan deze contacten bestaan uit sleepsporen van ankers en (recente) objecten die verloren of gedumpt zijn, zoals losse stukken kabel. Op één locaties is een structuur aangetroffen waar een archeologischeverwachting aan is toegekend. Dit betreft een licht gebogen structuur met een lengte van bijna 10 meter, en is goed zichtbaar op zowel de sonar- als de multibeambeelden. Mogelijk betreft dit een (onderdeel van)een scheepswrak.Geadviseerd wordt om deze structuur inclusief een bufferzone van 100 meter rondom te ontzien bij de geplande werkzaamheden. Indien dit niet mogelijk is dient de AMZ cyclus te worden vervolgd. In dat gevalis nader onderzoek nodig om de archeologische waarde van de structuur vast te stellen zodat een selectie advies kan worden opgesteld.Tijdens de verdiepingswerkzaamheden kunnen nog resten aan het licht komen die tot op heden volledig werden afgedekt in de waterbodem of niet als archeologisch object zijn herkend tijdens het geofysisch onderzoek. De uitvoerder is conform de Monumentenwet 1988 (herzien in 2007) verplicht om dergelijke vondsten te melden bij de bevoegde overheid. Deze meldingsplicht voor archeologische vondsten dient inhet bestek of Plan van Aanpak van het werk te worden opgenomen.