Bram Streeflandweg te Renkum, Gemeente Renkum. Bureau- en Inventariserend Veldonderzoek, verkennend booronderzoek

DOI

Inleiding. Synthegra B.V. heeft in opdracht van de Gemeente Renkum een archeologisch bureauonderzoek in combinatie met een verkennend booronderzoek uitgevoerd op een terrein aan de Bram Streeflandweg te Renkum. Het onderzoek wordt begrensd door de Bram Streeflandweg in het noorden, het Schutterspad in het zuiden en westen en de Charles Crammweg in het oosten. De aanleiding voor het onderzoek is de voorgenomen ontwikkeling van nieuwe woningbouw als inbreiding. De oppervlakte van de toekomstige bodemverstoring bedraagt 2,4 hectare met een nog onbekende diepte. Vanwege de gradiënt in het maaiveld wordt overwogen een parkeerkelder aan te leggen waarbij vanaf de Bram Streeflandweg op maaiveld ingereden kan worden en aan het Schutterspad derhalve verstoringen zullen plaatsvinden. De bodem zal waarschijnlijk tot ver in het archeologische niveau worden verstoord. Eventueel aanwezige archeologische waarden kunnen daarbij verloren gaan. Specifieke archeologische verwachting bureauonderzoek. Het plangebied ligt op een zone van een smeltwaterwaaier met omringende droogdalen en bestaat bodemkundig uit haarpodzolgronden met grof zand. Gezien de ouderdom van de te verwachte afzettingen kunnen in het plangebied vindplaatsen aanwezig zijn vanaf het Laat-Paleolithicum tot en met de Nieuwe tijd. Voor de periode Laat-Paleolithicum – Mesolithicum is een middelhoge verwachtingswaarde toegekend, omdat de planlocatie deels op een hoger gelegen gebied ligt (zuidzijde). Dit kan in die periode ook al gunstig zijn geweest. In deze zandgronden kunnen bewoningssporen te vinden zijn in de vorm van tijdelijke kampementen en mobilia zou kunnen gevonden worden in de vorm van vuursteen artefacten en/of haardkuilen, vanaf het maaiveld tot 200 cm diep. Voor de periode Neolithicum - Vroege Middeleeuwen is ook een middelhoge verwachtingswaarde toegekend. Gezien gemeld onderzoek in Archis kunnen aardewerk en structuren aanwezig zijn uit deze periode, ware het niet dat deze een lage verspreiding kunnen hebben en wellicht ijl zijn. Dat er bemestingsaardewerk gevonden is, zou er ook op kunnen wijzen dat er in deze periode al agrarische activiteiten gedaan werden. Sporen uit deze periode kunnen worden herkend aan de hand van (semi permanente) nederzettingen, sporen van agrarisch/industrieel landgebruik en een cultuurlaag, alsook aan fragmenten keramiek, glas, metaal, natuursteen en/of bouwmaterialen. Ook hier geldt dit voor de hogere delen binnen het plangebied. Voor de periode late middeleeuwen - nieuwe tijd is de verwachting hoog. Op basis van het onderzoek is er in het plangebied al moderne bebouwing aanwezig geweest en staat er bebouwing op de kadastrale minuut weergegeven uit het begin van e 19e eeuw. Dit kan eventueel teruggaan tot in de Late Middeleeuwen, in gebruik. Voor de periode Tweede Wereldoorlog is de verwachting laag. Voor zover het bureauonderzoek toont zijn er geen structuren of explosieven uit de Tweede Wereldoorlog gevonden. Luchtfoto’s geven ook geen ander beeld. Mochten er wel sporen uit de\e periode aanwezig zijn, dan kunnen deze zich manifesteren als (anti)tankgrachten, loopgraven, explosieven of munitie. Sporen kunnen vanaf het maaiveld aanwezig zijn.
Op basis van de onderzochte gegevens is geen intact profiel te verwachten. Dit komt omdat er door de bouw van woonerven, wegen en gebouwen en de aanleg van diverse leidingen en kabels in ieder geval de bovenste 50 cm is verstoord. Vooral het groene gebied ter hoogte van het oostelijk gelegen deel van het Schutterspad is waarschijnlijk door de grote rioolbuizen ondiep verstoord, gezien de KLIC melding. Onder het dikke ophoginspakket in het noorden kan het profiel nog wel intact zijn, maar hier geldt relatief de laagste verwachting aangezien dit in het smelwaterdal ligt en dit niet een plek is waar archeologische resten verwacht worden aan de zuidzijde. Archeologische interpretatie veldonderzoek. Het blijkt dat er een flink ophogingspakket is aangetroffen in het noordelijke deel van het plangebied lans de Bram Streeflandweg. Het bleek niet overal mogelijk door dit ophogingspakket heen te boren. Aan de zuidzijde langs het Schutterspad is middels boring 3 aangetoond dat het oorspronkelijk maaiveld hier kort onder het oppervlak heeft gelegen (50 cm -Mv ofwel 21,6 m +NAP). Gezien het feit dat boringen, 1,2,4,5,6 en 15 tot grote diepte verstoringen laten zien kan aangenomen worden dat het oorspronkelijke bodemprofiel verstoord is. Wat betreft de noordzijde langs de Bram Streeflandweg is aangetoond middels het bureauonderzoek dat de ophoging hier circa 2,5 meter bedraagt en langzaam afneemt richting het zuiden. Slechts in boring 9 langs deze weg is het intacte profiel van circa 1,2 meter beneden maaiveld aangetroffen. Opgemerkt dient te worden dat het hier om een actuele hoogte van 19 m +NAP gaat en 2,5 meter verschil heeft met boring 3.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/AR/EBPLH4
Metadata Access https://archaeology.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/AR/EBPLH4
Provenance
Creator Kempen, M.R.X. van
Publisher DANS Data Station Archaeology
Contributor E. Krist; Van Kempen M. R. X.; Stevens F.; Van den Berg M.
Publication Year 2022
Rights CC-BY-4.0; info:eu-repo/semantics/openAccess; http://creativecommons.org/licenses/by/4.0
OpenAccess true
Contact E. Krist (Synthegra BV.)
Representation
Resource Type Dataset
Format audio/midi; application/vnd.mif; application/pdf
Size 33; 943; 1; 776; 1027; 1101; 4981184
Version 2.0
Discipline Humanities
Spatial Coverage Leusden