In opdracht van de gemeente Katwijk heeft IDDS Archeologie in juni 2014 een archeologisch bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek (IVO), verkennende en karterende fase, uitgevoerd aan de Joghtlaan in Valkenburg, gemeente Katwijk. De aanleiding voor dit onderzoek is de geplande bodemsanering van delen van het plangebied. Op basis van het archeologisch bureauonderzoek geldt voor het plangebied een hoge verwachting voor archeologische resten op het niveau van de oeverafzettingen van de Oude Rijn. De overige niveaus (kwelderafzettingen en Hollandveen) zullen naar verwachting ongunstig zijn geweest voor bewoning. Het niveau van de oeverafzettingen was bewoonbaar vanaf de IJzertijd maar er worden met name resten uit de Romeinse tijd verwacht. In de Romeinse tijd lag het plangebied in de limeszone en bovendien wordt de ligging van de Romeinse weg in het gebied geprojecteerd. De te verwachten sporen zijn met name sporen van de weg, zoals een weglichaam bestaande uit een ophogingspakket of een schelpenlaag met aan weerszijden een greppel. Daarnaast kunnen vondsten als aardewerk, natuursteen, glas en metaal worden aangetroffen. Ook uit latere periodes kunnen sporen en vondsten worden aangetroffen. Deze worden verwacht vanaf het maaiveld tot in de oeverafzettingen. Het plangebied lag in de Middeleeuwen en Nieuwe tijd dicht langs een doorgaande weg tussen Valkenburg en Katwijk. Eventuele bebouwing stond waarschijnlijk direct aan de weg, zoals ook blijkt uit het historische kaartmateriaal. In het plangebied kunnen resten worden aangetroffen van het erf, zoals waterputten of afvalkuilen, of resten van akkerbouw zoals ploegsporen en greppels.In de loop van de 19e eeuw werd het gebied in gebruik genomen door een steenoven. In eerste instantie was het terrein nog onbebouwd. Mogelijk is het toen afgegraven ten behoeve van de kleiwinning. Aangezien het plangebied bij het terrein van de fabriek zelf hoorde, en in de loop van de 20e eeuw ook is bebouwd, is het ook mogelijk dat hier geen afgravingen plaats hebben gevonden. In het plangebied kunnen nog resten aanwezig zijn van het fabriekscomplex. Het kan gaan om resten van steenbouw als funderingen, vloeren en muren, of om resten van houtbouw.Het veldonderzoek onderbouwt de specifieke verwachting in die zin dat het plangebied inderdaad ligt op rivierafzettingen van de Oude Rijn waarvoor een hoge verwachting geldt voor resten uit met name de Romeinse tijd. De Romeinse weg is waarschijnlijk niet (meer) in het plangebied aanwezig, maar heeft mogelijk wel in de nabijheid gelegen, waarna deze is geërodeerd en verspoeld in een schelpenbank langs een kreek. De verwachting voor intacte archeologische resten uit latere perioden is erg klein vanwege de intensieve en diepe verstoringen die voorkomen in het plangebied.Op basis van de resultaten van het inventariserend veldonderzoek wordt geadviseerd om een vervolgonderzoek uit te laten voeren indien ingrepen worden uitgevoerd binnen het deel van het plangebied waar het komgebied is vastgesteld (Bijlage 11) en als ingrepen dieper reiken dan het archeologische niveau, dat ligt op 1,3 tot 2,7 m –mv of -1,95 tot -0,9 m NAP (Bijlage 9). Ingrepen in andere delen van het plangebied en ondieper dan -0,9 m NAP kunnen worden vrijgesteld van verder archeologisch onderzoek. Deze vrijstelling geldt ook voor de gebouwen en de aanwezige waterpartij in het plangebied.Eventueel vervolgonderzoek zal moeten bestaan uit gravend onderzoek in de vorm van proefsleuven of begeleiding.
Archeologisch bureauonderzoek & Inventariserend Veldonderzoek, verkennende en karterende fase
Date Accepted: 2014-07-17