ADC ArcheoProjecten heeft van 27 t/m 29 mei 2013 een waarderend onderzoek uitgevoerd op een scheepswrak op kavel 3Z6 in Almere Buiten. Het betreft het wrak van ‘de Vliegende Hollander’, een naam die de vindplaats heeft gekregen omdat hij na de eerste inspectie in 1977 niet meer is teruggevonden. In 2012 is het wrak door middel van handmatige sonderingen opgespoord. Vervolgens was het van belang meer over het wrak te weten te komen. Hiertoe is één proefsleuf aangelegd over het noordwestelijke uiteinde van het wrak. In deze put is het achterschip aangetroffen. Dit deel van het vaartuig is samen met het bodemprofiel intensief onderzocht.Uit het bodemprofiel blijkt dat het wrak is ingesneden in een schone siltige kleiafzetting die zich op humeuze Almere afzettingen heeft gevormd. Het wrak ligt als gevolg van de wrakvorming, een combinatie van verzakking en erosie, ingebed in Almere afzettingen. De sedimenten die het wrak afdekken hebben een dikte van minimaal 2,5 meter en worden naar boven toe steeds zandiger. Ze representeren de geleidelijke toename van de getijdeninvloed in de Zuiderzee.De resultaten van het dendrochronologisch onderzoek geven als gevolg van de afwijkende datering van een spant aan stuurboord twee mogelijkheden voor een bouwdatum. Als het spant vervangen is (reparatie), ligt de bouwdatum van het vaartuig in de tweede helft van de 16e eeuw. Uitgaande van een scheepsconstructie waarbij oud hout werd toegepast, ligt de bouwdatum in het derde kwart van de 16e eeuw. Deze datering is in overeenstemming met de stratigrafische positie van het wrak en de (brede) datering van de mobilia die erin zijn aangetroffen.Naar aanleiding van het onderzoek kan het wrak niet gekoppeld worden aan een bekend scheepstype. Wat betreft scheepsvorm zijn er enkele overeenkomsten met de kogge, en met het overnaadse waterschip. Het hier onderzochte wrak vertegenwoordigt een mix van meerdere tradities, een verschijnsel dat heel goed past bij de dynamiek van het Zuiderzeegebied. De constructie van het hennegat is nog niet eerder waargenomen bij wrakken in de Flevopolder. Dit wrak kan ons veel leren over bouwtradities en de varianten daarvan.In het wrak zijn vondsten gedaan die kunnen worden ingedeeld bij de categorie scheepsuitrusting.Het betreft een vuurkist, een haalmes en twee netverzwaarders. Mogelijk zijn ronde stammetjes die her en der in het achterschip zijn aangetroffen verschoven lading.De vindplaats scoort op de KNA waarderingssystematiek nagenoeg op alle onderdelen hoog en wordt daarom aangemerkt als behoudenswaardig. De nuancering die hier gemaakt kan worden is dat er nog geen volledig beeld bestaat van alle relevante scheepsbouwkundige hoofdkenmerken. In het bijzonder betreft het de vraag naar de constructie van het vlak en de voorsteven. Het is om deze reden te overwegen om aanvullend onderzoek verrichten.In het Programma van Eisen is aangegeven dat er een advies van ADC wordt verwacht omtrent de vervolgstrategie. Op basis van de in dit rapport weergegeven onderzoeksresultaten en de uitslag van de waardering, zal het Bureau Archeologie en Monumentenzorg van Almere een advies kunnen opstellen over de toekomst van deze vindplaats.
Een Inventariserend Veldonderzoek, waarderende fase
Date Submitted: 2013-11-04